Slagerij Brummelhuis viert gouden jubileum

Zo mooi gelegen aan de Goorsestraat, ruime kavel, parkeerplaatsen volop. Het was een  schot in de roos toen Bennie Brummelhuis en zijn vrouw Christa vijftig jaar geleden een slagerij begonnen in Hengevelde. Want als je ergens een bedrijf begint, is de plek waar je dat doet van groot belang. Anno 2019 staat er een bloeiend bedrijf. Mooie gelegenheid om een feest te geven. ‘Maar we kijken ook alweer vooruit’, zegt Ignaat Brummelhuis, in 2021 gaan we de winkel verbouwen.’

‘Het is druk, het gaat ons heel goed’

Soms loopt het zoals het loopt. Toeval speelt een grote rol. Bennie Brummelhuis wilde ruim 50 jaar geleden helemaal niet met een slagerij beginnen in Hengevelde. Hij zou in zijn geboorteplaats Haaksbergen aan de Spoorstraat samen met zijn broer Lucas het bedrijf van vader Herman overnemen. Maar dat functioneerde niet. Het aloude spreekwoord van de twee kapiteins op één schip deed ook bij de Brummelhuizen opgeld. ‘Eigenlijk was Bennie in loondienst bij zijn broer’, vertelt Christa. ‘Maar het ging niet. Toen bedacht hij zich en opperde de mogelijkheid om naar Hengevelde te gaan. Hij kende het dorp goed, want ze hadden destijds altijd één keer per week een rit naar Hengevelde. Er ging een boekje rond voor de bestellingen en een dag later bracht Bennie dan alles rond.’


Vlnr: Hilke - Rens - Stefan - Ignaat - Christa

Je hebt een goed idee, maar dan ben je er nog lang niet. Bennie toog naar Burgemeester Van Wensen van Ambt-Delden. Die vond het een goed plan om in Hengevelde een slagerij te starten. De gemeente was op de hoogte en zou – indien nodig - proberen mee te werken. Vervolgens moest er grond gekocht worden waarop een bedrijf gebouwd zou kunnen worden. Hij liet zijn oog vallen op het oude huis van de familie Brinkman aan de Diepenheimsestraat. Het kwam bijna rond. Bijna. Want de tekeningen waren al klaar toen Brinkman zich alsnog bedacht.
De volgende plek die Bennie geschikt vond, was de appelhof van de familie Varenbrink tussen hun huis en het pand van Louis Smit. Maar dat lukt ook niet. Karel of misschien zijn familie, dat weet Christa niet meer, lag dwars. Pas als derde optie kwam de Boerenleenbank aan de Goorsestraat in beeld. Die was gekocht door aannemer Arnold ten Thije. De bank wilde elders nieuw bouwen. Theo Wegdam was de directeur. ‘We konden het kopen’, zei Christa, ‘het gebouw plus een stukje grond van 700 meter.’


De voormalige bank die omgebouwd werd tot slagerij met bovenwoning

Er moest uiteraard verbouwd worden. Een bankgebouw is nog lang geen slagerij. Het gebouw werd een stuk opgetrokken, want er moest boven de zaak een woning gemaakt worden. ‘Toen we hier naar toe kwamen, was die woning nog niet klaar. We waren al een paar jaar getrouwd. André en Anita waren geboren, maar moesten zolang bij de oma’s logeren. Bennie en ik gingen er wel wonen, maar er zat boven nog geen deur in en onderin was het ook nog niet klaar. Dat was lastig, want we hadden ons huis in Haaksbergen al verkocht.’ Het komt vaker voor. Aannemers die niet klaar zijn op het moment dat ze dat moeten zijn. Zo overkwam het Bennie en Christa ook. Ten Thije was nog bezig, maar ze gingen erin. Christa: ‘We moesten pionieren en improviseren, hadden weinig geld in kas. Het moest doorgaan. We kochten een koe bij een boer en betaalden de week erop. Dat sprak je toen zo af met de verkopers.’ Bennie slachtte koeien en varkens die hij zelf kocht bij de boeren. Later lieten ze dat over aan veehandelaren en weer later aan vaste leveranciers.

BEGINJAREN
Christa is afkomstig uit Rekken waar ze opgroeide als vierde in een groot gezin met elf kinderen.  Ze vertelt over de beginjaren van de zaak. Haar man Bennie en zijzelf moesten alle zeilen bijzetten. ‘Elke dag hard werken en daarnaast hadden we ons gezin. De nachten waren af en toe kort. Je had toen ook nog het huisslachten. In het slachthuis in Goor sneden we vlees af voor de mensen die dat hadden besteld, maar ook voor onze eigen zaak. Harrie Waanders en Bennie Blanken waren vaste helpers. Daarna gingen ze dan even bij De Witte langs om een borreltje te drinken. Het was een druk leven, maar ik zeg er wel bij dat we uitnodigingen voor feestjes echt niet afsloegen.’

In 1978 werd de zaak vergroot, want het harde werken van Bennie en Christa en hun helpers loonde. De zaak liep beter en beter. De uitbreiding was nodig, het aannemersbedrijf van Marinus Kuipers voerde het uit. ‘Hengevelde breidde uit en dat was eveneens gunstig voor ons’, zegt Christa. ‘Toen we begonnen konden we nog tot Velthuis kijken. Die hele wijk hierachter was er nog niet.’

IGNAAT
Tien jaar later begon Ignaat in de zaak te mee te werken. Hij was toen 17 jaar. In 1990 namen Bennie en Christa een zaak over aan de Eibergsestraat in Haaksbergen. Ignaat ging dat bedrijf runnen. ‘Mijn vader wilde het samen met mij doen. Haaksbergen is groter dan Hengevelde. Dat bood meer mogelijkheden, dachten we toen. Maar het was een dure, maar ook verkeerde investering. Het heeft ons veel geld gekost. Ik was er nog te jong voor’, erkent Ignaat thans. Hij en Christa beschouwen het als een zwarte bladzijde. ‘Maar ik heb er van geleerd. Vooral ervoer ik daar hoe het niet moest.’
Ignaat ging terug naar de zaak in Hengevelde. De drukte nam toe, zeker ook omdat zijn ouders al sinds 1973 met catering waren begonnen. Hapjes, slaatjes, bbq’s of bijvoorbeeld een varken aan het spit. ‘De mensen bestelden het en wij kwamen dan langs. Toen Varenbrink met de bowlingbanen begon, leverden we ook veel aan hem. We waren aanwezig op de Zomerfeesten en andere festiviteiten in het dorp of in de buurt. Het was hard werken, maar het waren goede tijden, zegt Christa.

KEURSLAGER
In 1998 werd de winkel verbouwd. Er kwam oa een erker voor. Naast het huis stond een noodwoning.’ Het jaar 2007 was ook een markant jaar voor de Brummelhuizen.  Het bedrijf kreeg de eervolle titel ‘Keurslager’. ‘Dat gaaf de zaak een boost’, zegt Ignaat. ‘Het scheelde twintig procent omzet in één jaar. Hoe dat gaat? Je meldt je aan, een commissie keurt het bedrijf en als je je vakmanschap aantoont, mag je lid worden van de Keurvereniging. Het is een begrip in het hele land. We waren en zijn er heel blij mee. Eerst gaf de verbouwing van 1998 ons een geweldige impuls, daarna dus dat keurslagerschap.’


De familie bijeen in 1980 tgv het zilveren huwelijk van Bennie en Christa. vlnr Anita, Mark, Bennie, Ignaat, Stefan, André. Zittend Oma Brummelhuis en Christa.

Slagerij Brummelhuis wordt geleid door Ignaat. Zijn broer Stefan werkt vanaf zijn achttiende ook in de zaak, maar hij is in loondienst. Stefan was aanvankelijk meubelmaker. ‘Hij wilde eerst van het slagersvak niks weten, maar op enig moment kwam hij bij me. Hij wilde toch in het slagersvak’, vertelt Ignaat. Zijn broer werkte bij Jansen in Haaksbergen, bij de C1000 in Delden en kwam daarna in de zaak van zijn ouders en zijn broer. ‘Zo werkt het goed. We wonen met onze gezinnen vlak bij elkaar op het plan De Witte. Dat wisten we niet van elkaar, maar het liep zo. Het gaat prima.’

<< Bestellingen kunnen ook gewoon in de keuken achter plaatsvinden

Stefan trouwde met Elles Doeschot, Ignaat met de Diepenheimse Hilke Potman die volop actief is in de winkel van de zaak.

BENNIE
In 2002 raakte Bennie uit de tijd. Hij was 64 jaar toen longkanker hem in korte tijd velde. Ignaat was 31 jaar, kende het vak intussen en zou het officieel overnemen bij de 65ste verjaardag van Bennie. Dat liep dus helaas anders. ‘Maar ik miste zijn adviezen natuurlijk wel’, zegt hij.
Christa miste hem vanzelfsprekend het meest. ‘De kinderen waren nog maar net het huis uit. Het was heel stil. Naast Ignaat en Stefan heeft ze nog zoon André die ook in Hengevelde woont en getrouwd is met Brigitte Rotink. Dochter Anita is kapster in Zenderen. Christa heeft twaalf kleinkinderen. 


Drie generaties op een rij

UITSTRALING
Hoe is na vijftig jaar de stand van zaken? Christa oogt tevreden. ‘Het is erg druk. Het gaat heel goed.’ Ignaat meldt dat het schilderen van het pand in zwart-witte kleuren een goede zet is geweest. ‘Dat heeft een goeie uitstraling. We hebben ook meer klanten van buiten het dorp gekregen. Zelfs van verder weg. Dat is ook een teken van onze progressie. Wat dus ook meehelpt is onze ligging aan een doorgaande weg met veel parkeergelegenheid.’
Uiteraard wordt vooruitgekeken bij een vitaal bedrijf als  Slagerij Brummelhuis is. Ignaat: ‘We gaan de winkel weer verbouwen in 2021. De toonbanken zijn aan vervanging toe, de koelmeubels en alles wat met energiezuinig te maken heeft.’
Christa werkt nog één dag mee. Een beetje hobbywerk, noemt ze het, vooral sociaal. Of haar kleinzoon Rens (15) of een ander kleinkind in de toekomst ook weer in de zaak komt, is nog ongewis. ‘Ik weet zeker dat Rens het kan’, zeggen oma en vader Ignaat. ‘Maar of hij het gaat doen?’
Naast Ignaat, Stefan en Hilke zijn Ingrid Pots-Knol (bijna 35 jaar) en Anita Goselink-Hag (zo’n dertig jaar) personeelsleden met een grote staat van dienst. Met de andere personeelsleden en de huidige status van Slagerij Brummelhuis ziet de zaak er na vijftig jaar voortreffelijk uit. Op naar de 75, de 100?