Ab Vonkeman, een leven lang Storkiaan

Ze zaten altijd ’s morgens in de werkbus oftewel de warkbusse. Elke dag om half 7, 7 uur en half acht vertrokken er vanaf café De Witte enkele extra bussen van de OAD naar Hengelo met daarin een mix van scholieren en werknemers. De mannen en misschien ook enkele vrouwen werkten bij Stork en andere bedrijven. Een aantal jongens van mijn leeftijd zat op de Storkschool. Zoveel jaar verder, in 2018, bestaat Stork 150 jaar. Er is een prachtig muziektheaterstuk gecreëerd, er is een aantal boeken gepresenteerd met fraaie terugblikken op het bedrijf dat in eigen land en overal in de wereld zeer bekend was. Hengelo wil het weten dat Stork jubileert. Een van de weinige Wegdammers die in zijn werkzame leven alleen Stork als werkgever heeft gehad, is Ab Vonkeman (79). Een interview met hem en zijn vrouw Truus (82).
 
(Foto. Het is 17-9-1993. Ab wordt geridderd. Hij is 40 jaar bij Stork, gaat in de vut en krijgt het lintje tevens voor zijn vele verdiensten voor het verenigingsleven van Hengevelde. Truus speldt hem de versierselen op de revers. Rechts loco-burgemeester Gerard ten Thij van Hengelo.)

Ab repareert een schakelblok van een boormachine

 

'Ik begon op de Storkschool met 36 cent per uur'

 

Ab heeft Frans Stork nog gekend. Meneer Frans, zoals men hem noemde. Er is enkele weken geleden een boekje over de laatste echte Stork die het bedrijf geleid heeft, verschenen. ‘Meestal maakte hij op maandag een ronde door de fabriek’, vertelt Ab. ‘Dan maakte hij graag een praatje met verschillende personen. Ik vond hem wel sympathiek. In de leiding van Stork zat duidelijk wel een bepaalde hiërarchie, je keek er in zekere zin tegenop.’ Hij roemt de sociale inslag van de leiding. Afgezien van de betekenis van de Storken voor Hengelo in sociaal-maatschappelijk en cultureel opzicht, waren de bazen in het bedrijf ook goed voor hun werknemers. ‘Ik herinner me een collega wiens zoon een hersentumor had. Onze chef was niet altijd aardig voor ons, maar in dat geval was hij coulant. Ga naar huis om je zoon te verzorgen, wanneer je wilt, zei hij.’

MARKELO
Ab is op 6 maart 1939 geboren in Markelo. Zijn ouders hadden aan de Rijssense kant vlak bij het dorp een boerderijtje. Later is het verkocht aan de gemeente. Nu ligt de betrekkelijk nieuwe wijk De Koekoek er. Na een heerlijke jeugd als schooljongen waarbij hij met vriendjes veel buiten speelde in de bossen van Hessenheem, ging Ab in 1951 naar de Storkschool.

‘De hoofdonderwijzer adviseerde mij naar de HBS te gaan, maar dat wilde ik niet. Ik wilde naar de Storkschool. Ik had ervan gehoord, wilde liever de handen gebruiken. Het niveau op die school was hoog. Maar ik kon het goed aan. Ik was geen uitblinker maar een gewone middenmoter.’

Wat herinner je je van de eerste jaren op die school?
Ab: ‘Ik begon als loopjongen. De ene week naar school, de andere week allerlei klusjes doen. Post rondbrengen, melk venten in de fabriek langs de mensen, werktekeningen wegbrengen en ophalen, helpen in het magazijn, houtbewerking, dat soort dingen. Dat moest om je op die manier het bedrijf te leren kennen. Het was heel nuttig. Dat hebben we één jaar gedaan. Op het Esrein hadden we een volkstuintje. Dan kwam je thuis met een krop sla uit je eigen tuintje. Iedere leerling had een paar meter. Eigenlijk is het komisch, dat je zulke dingen doet onder de hoede van een metaalfabriek.’

1954/55. Ab tijdens een praktijkles op de Storkschool

En verder?
‘Na ongeveer een jaar ging je de opleidingen in. Ook toen werden werkplaats en school met elkaar afgewisseld. Eerst kreeg je drie maand bankwerken, dan drie maand frezen, dan draaien, gieterij, modelmakerij, smederij. Daarna werd je geselecteerd, werd je in een hoek gedreven waar je goed in was en waar ze behoefte aan hadden. Je had intussen wel een enorme basis gekregen. Dat was de bedoeling van Stork, dat de werknemers op die manier allround werden. Ik denk dat ik nog steeds een stukje smeedwerk kan maken. Zo goed werd je in die drie maanden opgeleid. Daarna had je examen, moest je bijvoorbeeld een bankschroefje maken. Je moest zo’n opdracht geheel zelfstandig doen. Dan kwamen al die disciplines die je gehad had, aan de orde. Al met al was het een gedegen opleiding. ‘

Je slaagde?
‘Ja. Daarna wilde ik graag naar de onderhoudsdienst en dat lukte. Daar had ik geluk mee. Ik zag hoe ze daar werkten en dat vond ik leuk. Het was heel afwisselend en dat vond ik prettig. En je werd er allround door. Je had er zo’n verscheidenheid aan machines en dat moesten wij oplossen. Eerst ging je met de ouderen mee, daarna moest je zelf op pad. Ik heb het bijna mijn hele leven gedaan. De laatste tien jaar moest ik ook vaak het land in om machines te repareren. Bij Stork was toen geen werk genoeg meer, waardoor we uitgestuurd werden naar België, Duitsland of allerlei plekken in eigen land. Ik heb eens drie maanden in Augsburg gezeten bij een bedrijf waar 100 machines verplaatst moesten worden.’

Heb je veel Hengeveldenaren meegemaakt bij Stork?
‘Gerrit en Johan ten Thije waren collega’s van mij. Bernard Velthuis ook. Dat was een naaste collega van mij. Helaas zijn ze alle drie al overleden.

<<1993. Oud-Hengeveldenaar Bernard Velthuis feliciteert zijn collega Ab 

Gerrit Bos heeft ook lange tijd bij Stork gewerkt, de gebroeders Hennie en Theo Tuinte, Marinus Bauhuis, de gebroeders Mentink, de gebroeders Epping, Jan Koebrugge, Hennie Plaggenborg, Johan en Wim Semmekrot, Johan Rosink en waarschijnlijk nog wel meer. Velen van hen gingen van Stork naar het bedrijf van Tuinte. Ik heb daar overigens zelf ook vaak gewerkt in mijn vrije tijd, maar dan alleen voor speciale klussen. Toen ze verhuisd zijn bijvoorbeeld, heb ik meegeholpen.’

Was het zwaar bij Stork?
‘Soms zaten we in een ploegendienst, ’s morgens, ’s middags, ’s nachts. Dat ging me goed af, maar ik had wel een hekel aan de morgenploeg. Dan moest ik er vroeg uit. Half 6 beginnen. Soms was het spannend. Bijvoorbeeld in de slechte jaren tachtig. Dan lagen we wel eens wakker, omdat er mensen uit moesten. Dan was je daar ook bang voor. Maar in de gloriejaren 60-70 zaten we met honderd man in het onderhoud, uitgezonderd de elektriciens. Stork was super groot toen. Ze kwamen overal met bussen vandaan.’

Hoe kijk je terug op de tijd bij Stork?
‘Het was een mooie tijd, ik ben tevreden. Als ik het over moest doen, deed ik het zo weer. Ik ben er altijd met plezier heengegaan. Ik heb er een prachtige tijd beleefd. Van al die handvaardigheid die ik er heb geleerd, heb ik tot op de dag van vandaag nog veel plezier. Toen Truus en ik trouwden, hadden we anderhalve bus met gasten van Stork bij Assink.’
‘Ik begon er met 36 cent per uur op de Storkschool. Later werd dat uiteraard meer. Het winstaandeel was hoog. In de gloriejaren hebben we een keertje 12% gehad en dat was hoog. Het was een heerlijk extraatje.’

Heb je nooit overwogen om naar een andere werkgever te gaan?
‘Ik heb wel eens een aanbieding gehad, maar ik deed het niet. We dachten erover na en besloten alles te laten zoals het was. Ik wilde Stork trouw blijven.’

Hoe lang ben je nu alweer thuis?
‘Sinds 31 augustus 1993, 25 jaar. Na veertig dienstjaren ben ik in de vut van de grootmetaal gegaan. Dat was toen zo. Maar ik heb me altijd goed vermaakt. Ik had genoeg te doen, heb overal geholpen met het aanleggen van verwarmingen en zo. Ik zat in een paar besturen, Zomerfeesten, WVV, bejaardensoos. Werk zat. Want we hebben drie zonen die kinderen kregen, die dan weer opgepast moesten worden of waar iets gerepareerd of aangelegd moest worden.’
Laurens woont thans in Amsterdam, Roeland in Rietmolen en Frank in Hengelo.

Truus luistert mee en vult af en toe iets aan. Als echtgenote van een Storkiaan had ze het lang niet altijd gemakkelijk.
Truus: ‘Vooral toen de kinderen klein waren, had ik het wel eens moeilijk. Als Ab de morgendienst had, stond ik ook om half 5 op. Maar ik kon er goed tegen. Ik heb nooit geklaagd. Frank is geboren in mei en dat was best lastig, want toen hadden we de loterij van de Zomerfeesten nog aan huis. Frank kreeg borstvoeding. Dan was ik net even boven bezig met hem en stond er weer iemand aan de bel. Vooral als Ab de middagploeg had, kwamen er veel mensen aan de deur met hun boekje. We hebben het gered en eigenlijk was het al met al een mooi leven.’

De zonen van Ab en Truus enkele jaren geleden. Links Frank, midden Roeland, rechts Laurens


Het schoolelftal van de Storkschool met Ab in hun gelederen


Visitekaartje


Vakantiebon vergeten in te leveren