De familie in Zwillbrock, 75 jaar na dato

De officiële bevrijding van Nederland was 5 mei jl. 75 jaar geleden. Hengevelde (en omstreken) vierde dat al op 1 april. Iedereen heeft het intussen wel meegekregen. In de zomer van 1945 was de wederopbouw van ons land en onze regio al in volle gang. Hoe zat dat aan de andere kant van de grens, daar waar beide landen elkaar raken, in elkaar overvloeien zelfs, want ze spreken hetzelfde dialect. Ik neem mijn familie in het piepkleine dorpje Zwillbrock als voorbeeld. Het is de familie Reirink, die niet meer dan driehonderd meter over de grens woont. Niettemin hoorden ze bij de vijand die verloren had. De Reirinks hebben zware tijden beleefd in de wrede oorlog. Ze moesten echt bijkomen van de strijd. Overgaan tot de orde van de dag was er niet meteen bij. Het kostte tijd om de oorlog te verwerken, persoonlijk, qua familie en als dorp. We gaan in dit verhaal andermaal 75 jaar terug in de tijd, maar dan in Zwillbrock op zo'n 23 km van Hengevelde.
(foto: Ludwig Reirink achter de tapkast in zijn café)


Een foto uit het begin van de vorige eeuw. Links het boerderijgedeelte, in het midden het café-deel en rechts in de verte de prachtige Sankt Franziscus kerk 

'WIE VEEL MEEGEMAAKT HEEFT, PRAAT ER NAUWELIJKS OVER'

Het gebeurde in januari, terwijl ik op vakantie was. Mijn achterneef Ludwig Reirink in het grensdorpje Zwillbrock overleed op 72-jarige leeftijd. Hij was vrijgezel en bewoonde zijn hele leven het ouderlijk huis. Veel Wegdammers kennen de boerderij annex Landgasthof (herberg) die een een paar honderd meter over de grens gelegen is. Via Haaksbergen, Eibergen of Groenlo rij je er zo naar toe. Ludwig was een kleurrijk man, hij kende iedere grasspriet in Zwillbrock en ook kende hij ongelooflijk veel mensen in Duitsland en Nederland. Hij kon er smakelijk over vertellen. Het speet me dat ik niet bij de begrafenis kon zijn.

Af en toe spraken we elkaar. We hadden nog afgesproken om op bezoek te gaan bij Marianne Leppink-Reirink, een nicht van hem en tevens ook een achternicht van mij, die in Bocholt woont. Het kwam er niet meer van. Nochtans beschrijf ik hieronder ook de trieste familiegeschiedenis van Marianne. Nu we in de nadagen van 75 jaar bevrijding zitten, is dat verhaal de moeite waard om nog eens op te tikken. Omdat de oorlog ook aan de andere kant van de paal veel verdriet en pijn veroorzaakt heeft. Ook zij begrepen de motieven niet van Hitler en zijn trawanten. De familie Reirink aldaar is net als zoveel Duitse families bepaald niet ongeschonden uit de strijd gekomen.

Marie Reirink-Eijsink, geboren op 27 september 1878 in Markvelde. Ze overleed op 4 augustus 1946. Ze is de moeder van Toni en de grootmoeder van Ludwig.

ACHTERNEEF
Hoe was ten tijde van de Tweede Wereldoorlog de situatie aan de andere kant van de grens? Ik bedoel in Zwillbrock of andere dorpen en buurtschappen. Daar waar de mensen hetzelfde dialect spraken als wij. Daar waar familie woonde zoals in onze situatie, de Eijsinks uit Markvelde en dus ook de familie Assink uit Hengevelde. Ludwig is ook van Jan Assink c.s. een achterneef.
Ik vroeg mijn vader en opa vroeger wel eens of Toni (of Töns, zoals we Ludwigs vader Anton meestal noemden) achter Hitler en zijn kompanen gestaan heeft. Of diende hij destijds met tegenzin in het Duitse leger? Mijn vader was altijd van mening dat Toni níks met Hitler en zijn doelen op had. Vraag het zelf maar eens, zei hij dan. We kwamen wel eens bij hen en andersom kwamen Toni en zijn vrouw Maria wel eens bij ons. We zeiden ook altijd tanteMaria tegen haar. En Toni’s zus Francis die in Vreden woonde, spraken we ook altijd aan met tante. Ik heb het Toni nooit gevraagd. Het kwam er niet van, maar ik vroeg het wel eens aan tante Francis. Zij werkte in haar jonge jaren een paar jaar in een gezin in Bussum en was tijdens de oorlog absoluut niet op de hand van Hitler. Ze walgde van hem en zijn ideeën, vertelde ze. En haar boer Toni die als soldaat in Rusland gevochten had? ‘Ook’, zei Francis. Later, toen Toni al overleden was, heb ik het voorzichtig aan Ludwig gevraagd. En onlangs nog vroeg ik het aan Ludwigs broers Bernd en Jupp. Hoe zat dat tijdens de oorlog, was jullie vader een volgeling van Hitler?

IN DE OPEN HAARD
Eensluidend was hun antwoord nee. Sterker nog, terwijl in de eind jaren dertig nog een aantal inwoners sympathiseerde met Hitler, stond enkele jaren later bijna niemand in Zwillbrock nog achter Hitlers plannen. De boeren in de buurtschap moesten niks meer van de Führer hebben. Er waren echter wel uitzonderingen. Een paar inwoners bleven wel op de hand van Hitler. Toni (foto rechts) ondervond dat aan den lijve. Toen hij in 1942 gewond terugkwam van de strijd in Rusland en hij daarom ook niet terug hoefde om oorlog te voeren, verbrandde hij op een dag een grote afbeelding van Hitler in de open haard in het café. Echter een paar fanatiekelingen brachten hem aan en hij werd gestraft. Een aantal dagen zat hij in Vreden achter de tralies.  
Jupp: ‘Vader vertelde nooit veel over zijn belevenissen in de oorlog en over de gevechten in Rusland waar hij bij betrokken was en waarbij zijn broer Bernd sneuvelde. Hij zei altijd: “Wie weinig meemaakt, vertelt veel en wie veel meegemaakt heeft, praat er niet over”.
Bernd: ‘Hij zat bij de cavalerie. In Rusland is hij door een arm geschoten. Twee naaste kameraden werden daar doodgeschoten door de Russen. Hij werd toen vanuit Rusland teruggebracht naar Duitsland, lag een paar maanden in het ziekenhuis van Leipzig en keerde toen terug naar huis. De arm functioneerde nooit meer als vanouds. Vader was fel tegen het Nationalsocialismevan Hitler. Uit gesprekken met hem merkten we dat hij meer voelde voor de FDP.’

ROZENKRANS
Hij vertelt over het Niemandsland. Meteen na de overgave kwamen herberg en boerderij van de Reirinks in het zogenaamde niemandsland te liggen. Alle Duitsers die in deze strook van enkele kilometers breed woonden, moesten vertrekken. Zo ook de familie. Op de kop af 75 jaar geleden konden ze niet thuis wonen, maar moesten ze uitwijken naar het iets verderop gelegen Ellewick. Daar probeerden ze het leven te vervolgen. De boeren mochten op enig moment wel hun land bewerken of hun vee verzorgen. Na een jaar keerden ze eindelijk terug naar huis.
Heinz, de man van tante Francis, was toen nog steeds niet teruggekeerd uit Rusland. Hij zat er lange tijd in de gevangenis. ‘Om de tijd te doden maakte hij daar een rozenkrans van kleine kogeltjes'vertelt Jupp. 'Dankzij de bemiddeling van Bondskanselier Konrad Adenhauer kwam hij pas in 1951 vrij.’
Bernd en Jupp vertellen ook nog over de gastvrijheid die zijn ouders in de oorlog geboden hebben aan Nederlanders die vanuit Duitsland naar huis wilden vluchten en ook dat ze ooit een Jodin die op de vlucht was, hebben geholpen. Die verhalen hebben ze nog meegekregen van hun ouders die er echter verder vooral het zwijgen toe deden.

MARIANNE
Het meest schrijnende verhaal is dat van achternicht Marianne. Haar vader Bernd, de oudste broer van Toni, was vanaf het begin van oorlog in het Duitse leger. Uiteindelijk sneuvelde hij in 1941 in Rusland tijdens felle gevechten. Hij was 29 jaar en had een dochtertje van drie weken, Marianne. Ze besefte toen uiteraard nog niet dat ze haar vader nooit zou leren kennen. Maar daarmee was het leed nog niet geleden. Haar moeder Martha Hubaleck, dochter van de chef van de douanepost vlak bij het ouderlijk huis in Zwillbrock, verloor in de oorlog vijf broers. Dat Hans, Franz en Alfred gesneuveld waren, kregen ze wel via officiële bronnen te horen, maar de broers Carl en Jozef zijn destijds als vermist opgegeven en keerden nooit terug uit Rusland. Geen van hen heeft de leeftijd van dertig bereikt. Slechts één broer ontsprong de dans. Dat was Werner. Hij was nog te jong om naar de oorlog gestuurd te worden, maar hoe tragisch: hij kwam in 1959 bij een auto-ongeluk om het leven.


Knipselfoto uit 1991. Links Marianne, midden Maria, de moeder van Ludwig en rechts Mariannes tante Francis, de zus van haar vader

LEEGTE
Om Marianne en haar moeder Martha was daardoor een enorme leegte ontstaan. Martha overleed in 1981 op 68-jarige leeftijd. Samen met collega Peter Zandee heb ik Marianne in 1991 gesproken. We maakten toen een artikel over haar familie voor de Twentsche Courant. Ze vertelde dat ze regelmatig last had van pessimistische stemmingen. ‘Het is heel onwerkelijk om zo op te groeien. Wat je van je vader en andere familieleden weet, heb je van anderen gehoord. Daarom ben ik soms pessimistisch en zwaarmoedig. Ik ben bijvoorbeeld altijd bang als mijn kinderen met de auto op pad zijn. Het verleden wegdrukken helpt niet en kan niet.’
Gelukkig had Marianne een enorm goeie band met haar tantes zoals Francis en Maria en haar oom Toni en hun zonen. Bernd: ’Ze beschouwde mij altijd als haar broer.’


<<De vijf zonen van Toni en Maria Reirink. Vlnr Franz, Toni, Bernd, Jupp en Ludwig. Bernd en Jupp hebben een Nederlandse vrouw.

GESLOTEN
Ludwig, bijgenaamd Lutz, en ik wilden Marianne dit voorjaar weer eens bezoeken, maar het kwam er niet van, omdat Ludwig uit de tijd raakte. Jarenlang had hij kanker. Soms leek het erger geworden te zijn. Op een dag gaven de dokters hem nog 150 dagen, maar hij leefde daarna dankzij chemokuren nog een paar jaar voort. Intussen waren zijn neef Tom, zoon van broer Jupp, en zijn vrouw Tanja bij hem in gaan wonen. Het waren zijn opvolgers. Ze knapten het huis wat op en zo leefden zij er samen. Tot de 20ste januari. Toen kwam Ludwig ’s morgens niet tevoorschijn. Tanja ging kijken en vond hem dood in zijn bed. Aan het leven van een kleurrijk familielid was een einde gekomen. Tom besloot meteen om de karakteristieke Landgasthof te sluiten. Vaste klanten en onregelmatige bezoekers betreuren het. Het gastvrije café waar duizenden gesprekken zijn gevoerd en waar eigenlijk alles kon, is voortaan gesloten.

Een paar weken geleden belde ik Marianne, maar ze wilde me niet meer ontvangen. Ze nadert de tachtig en wil het verleden laten rusten. ‘We hebben er al eens over gesproken’, zei ze. ‘Daarbij wil ik het graag laten.’
Dat begrijp ik. Wat de oorlog haar en haar moeder aangedaan heeft, is eigenlijk met geen pen te beschrijven. We kennen het verhaal intussen wel, laten we het maar laten rusten.


Bidprentje van Anton Reirink, de grootvader van Ludwig. Hij trouwde op 12 april 1910 met Marie Eijsink uit Markvelde, de zus van mijn (Gijs) grootvader

Het bidprentje van Marie Reirink-Eijsink


1944. Het bruidspaar Anton (Toni) Reirink en Maria Terbrack Iking

 


Het bordje van Landgasthof Rerink kan eraf. Het authentieke horecabedrijf is sinds enkele maanden gesloten.


Het gebouw van de douane op de grens tussen Nederland en Duitsland staat er nog steeds. Daarchter stond ooit het huis van de familie Hubalek.

Anton Reirink, de vader van Ludwig, achter de tapkraan. Hij is op 11 februari 1990 overleden. Hij was toen 75 jaar. Zijn zus Francis bleef als laatste over van haar generatie. Zij overleed op 26 oktober 2011 op 95-jarige leeftijd.