Heftige situaties bij boerderij Goselink op Bevrijdingsdag

De bevrijding van Hengevelde werd natuurlijk met grote vreugde ontvangen. Maar er gebeurden op die eerste april exact 75 jaar geleden in Hengevelde en in de hele parochie Wegdam alsmede het gebied van Kerspel Goor, Wiene en Bentelo nog bizarre dingen. Vooral de Duitse soldaten die zich niet wilden overgeven of die probeerden zo snel mogelijk terug te keren naar huis en haard in hun vaderland, leverden nog hier en daar problemen op. Ik licht er als deel 3 van deze serie een tragisch voorval uit dat zich voornamelijk afspeelde bij de familie Goselink aan de toenmalige Schoolweg, die later werd omgedoopt tot Wethouder Goselinkstraat.
(foto: Het vroegere erf van de boerderij van Goselink met achter de schuur de bosjes waar een Duitse soldaat zich verstopte)

'WE LEEFDEN ENKELE DAGEN IN EEN SOORT NIEMANDSLAND'

We schreven al in 2015 en ook in het verhaal van eergisteren over de Duitser die na de schermutselingen op het Zwarte Water de benen nam. Bij De Witte wilde Jans hem nog met een broodmes te pakken nemen, maar hij gapte bij Zwienenberg (het huidige Kleinsman) een fiets mee. Zigzaggend reed hij verder en probeerde zich te verstoppen op het kerkhof, maar werd daar ontdekt door een paar Hengeveldenaren waaronder enkele broers Wegdam en Anton Kortenhorst, de werknemer van bakkerij Nollen, die actief waren in het verzet. De Duitser bekogelde hen met stenen en ging er opnieuw vandoor. Bij de boerderij van Goselink verstopte hij zich in een walletje met bomen en struiken.

Over wat er toen gebeurd is, heb ik contact gehad met de familie Goselink en neem ik tevens wat beschrijvingen over uit een boek uit 1995 dat geproduceerd is door de Historische Kring Losser. De titel van het boekje was ‘In Losser is niets gebeurd...1940 -1945’. De affaire bij Goselink kwam in het Losserse boek terecht, omdat Joop Dijkhuis (links) uit die plaats bij de boerderij van Goselink om het leven kwam. Hij woonde bij de familie Fluttert en had in Hengevelde verkering. Hij was in het dorp ook actief als verzetsman.

JAN GOSELINK
De makers van het boek hebben destijds gesproken met Jan Goselink, een oude bekende van veel Hengeveldenaren, die in 1991 naar Zwinderen in Drente is vertrokken om daar verder te gaan als boer. In het boek vertelt Jan Goselink: ‘We leefden enkele dagen in een niemandsland en wisten niet of we bevrijd waren of niet. Op die paaszondag 1 april kwamen bij ons op de boerderij drie Duitse soldaten met volle wapenuitrusting (twee ouderen en een jongere) de niendeur binnenstappen. Het was ongeveer half negen in de morgen. Ze waren zo te merken nog wel gemotiveerd. Er waren op de boerderij toen veel meer mensen die daar onderdak vonden. Familieleden, maar ook zij die verdreven waren uit woningen en boerderijen bij het Twentekanaal. De Duitsers vroegen om stro en gingen daar uitrusten. Zij hadden voedsel bij zich en waren zo te zien nuchter.’

De verzetsgroepen kwamen zo nu en dan voorzichtig uit hun schuilplaatsen. Maar wanneer meerdere Duitse groeperingen passeerden, trokken zij zich ook wijselijk terug. Die zondagmorgen meenden zij dat ook Hengevelde vrij van Duitsers was en ze vertoonden zich wat luidruchtiger. Twee oudere Duitsers die zich in boerderij Goselink genesteld hadden, gingen in het dorp op verkenning uit. De andere, de jongste, bleef op de boerderij achter. In het dorp stootten de beide Duitsers op de verzetsgroep. Dat was dus op het Zwarte Water. Deze confrontatie eindigde met de dood van een Duitser, de ander wist te ontsnappen, zoals we eerder al schreven. Toen de verzetsgroep ter ore kwam dat zich bij Goselink nog een andere Duitser bevond, kwamen ze met de voltallige verzetsgroep (een man of tien) naar de boerderij.

HANDEN HOOG
Jan Goselink: ‘Toen de jonge Duitser zich gesteld zag tegen zo'n overmacht, voldeed hij onmiddellijk aan het bevel 'handen hoog'. De Duitser werd ontwapend en verzocht te volgen. Iemand zei toen: "jongens pas op, hij heeft een gordel met handgranaten om". Deze projectielen kende men kennelijk niet bij de verzetsmensen. Want de gehele groep stoof naar buiten en omsingelde de boerderij. De Duitser met zijn geweer en eventuele handgranaten bleef achter. Die zag zijn kans schoon en wist onder dekking van bomen en struiken de greppel en het struikgewas bij het kippenhok te bereiken, waar hij zich verschanste. Vanaf de straat en achterzijde werd hij door de verzetsgroep wel onder vuur genomen, maar niet geraakt. Deze omsingeling heeft geduurd van ongeveer 11 tot 2 uur’, aldus Jan Goselink in het boek.

In die tussentijd kwam Joop Dijkhuis met een mitrailleur aan lopen. Hij werd nog gewaarschuwd. Maar met de opmerking 'we zullen hem wel eens mores leren', sloeg hij deze raadgeving in de wind. Waarschijnlijk heeft ook de gedachte dat zijn broer Hans eerder door toedoen van de Duitsers was vermoord, een rol gespeeld en was nu voor hem het moment gekomen om de rekening te vereffenen. Hij sleepte de mitrailleur naar de bietenkuil aan de straatzijde (ongeveer 30 meter van het kippenhok verwijderd) en bracht hem daar in stelling. De Duitser heeft waarschijnlijk vanuit zijn dekking het gehele schouwspel gade geslagen en geconstateerd dat dit voor hem noodlottig zou aflopen. Goselink: ‘Joop is bij zijn voorbereiding waarschijnlijk niet voorzichtig genoeg te werk gegaan. De Duitser met zijn oorlogservaring maakte vanuit schuilplek met een welgericht schot een einde aan Joops leven. Het was toen ongeveer 14 uur op de eerste Paasdag.’ Hij was pas 25 jaar.

FIETS
Na de aanslag verwijderde de Duitser zich, zigzaggend van de ene in de andere greppel van de boerderij. Bij café Halfweg nam hij een fiets in beslag en reed daarmee in de richting van Goor, waar even later de brug over het Twentekanaal werd opgeblazen. De verzetsmensen hebben nog wel op hem geschoten, maar was ook erg geschrokken door de dood van Joop. Zij waren allen geen gedrilde militairen en hadden elkaar nog nauwelijks gezien, laat staan samen geoefend.

Joop werd later op een ladder naar het (K.A.)- gebouwtje achter de kerk vervoerd. Wellicht heeft de lezer nu een verschil opgemerkt in het verhaal van Theo Nollen en Louis Smit (dat al op Wegdam Nieuws stond in 2015) en de versie van Jan Goselink. Volgens de eerste twee was de Duitse soldaat die de aanslag pleegde afkomstig van het Zwarte Water, volgens Goselink was hij als sinds de vroege morgen bij hem op de boerderij aanwezig.

JOOP EN HANS
Joop Dijkhuis werd 10 april in Losser met militaire eer begraven. Doordat Twente nog niet geheel bevrijd was, was het een uitgestelde begrafenis. Pater Fischer bracht de boodschap bij zijn vader in Losser over. Joop Dijkhuis was dienstplichtig soldaat toen de oorlog uitbrak. Ver voor het einde van de oorlog is hij ondergedoken op de boerderij van B. Fluttert in Hengevelde, een familierelatie, en als zodanig is hij in Hengevelde in het verzet geraakt.

Ook had hij verkering met een Hengevelds meisje, vertelde Annie Goselink, de zus van Jan.
Joop stond in Losser bekend als een goede atleet en sportman. Joops reeds genoemde broer Hans (geboren 25-09-1916) is bij de marechaussee geweest. Omdat hij weigerde Joden op te halen, is hij ontslagen. Aan het einde van 1942 heeft de Rijkspolitie van Losser, waarschijnlijk door verraad, hem betrapt op het houden van duiven, wat toen verboden was. De duiven zaten in een schuur te Glane. Hij was op het moment van controle niet thuis en heeft zich vervolgens vrijwillig gemeld om represailles tegen zijn vader en familie te voorkomen. Hij heeft vier maanden in Kleve (Duitsland) gevangen gezeten waar hij moest werken in de kalkgroeven. Hans was een gebroken man - bijkans blind - toen hij terugkwam. In een ziekenhuis in Utrecht is hij op 27-jarige leeftijd op 26 februari 1944 gestorven.

Arend Jan en Geertruida Dijkhuis, de ouders van Joop en Hans, hadden een boerderij. Joop woonde van januari 1928 tot april 1930 samen met zijn broer Hans in het Sint Nicolaasgesticht te Noord Deurningen. Hun moeder was in 1922 overleden. In april 1930 gingen ze weer naar hun vader in Losser, waar ze woonden aan de Molenstraat D 63. Joop kwam dus tijdens de oorlog in Hengevelde terecht.


Jan Goselink demonstreert een van zijn trekkers tijdens een bevrijdingsfeest in Drente

TREKKERS
Nog wat info over Jan Goselink. Hij was net als zijn vader Gerard naast zijn werk als boer ook zeer actief in allerlei besturen en commissies. Zo zat hij namens het CDA in de Provinciale Staten, was bestuurslid van de ABTB, KI Almelo, van het Waterschap, van de ijsbaan en van een commissie die zich bezighield met ruilverkaveling en zat nog in andere besturen. Ook was hij verzamelaar van trekkers en was hij medeoprichter van de ‘Oude trekker- en motorenvereniging’,die nog altijd in het hele land actief is. Hij had zelf tientallen trekkers. Ze zijn nu in het bezit van zijn zoons.
In 1990 besloten Jan, zijn vrouw Marietje en zoon Paul vanwege de ontwikkelingen rond de uitbreiding van Hengevelde, waardoor ze grond moesten afstaan, te vertrekken naar Nieuw-Zwinderen in Drente om daar een nieuw bedrijf te beginnen. In 2007 zijn jan en Marietje in Coevorden gaan wonen.  
Een van de zussen van Jan, de reeds genoemde Annie Kraaijvanger-Goselink die in Tolkamer woont, herinnert zich het tragische voorval bij haar ouderhuis ook nog goed. ‘Ik vond het heel naar. We waren bevrijd en toen kregen we bij ons dat gedoe met die Duitser’, vertelde ze telefonisch. Ze herinnert zich ook dat haar vader op paaszaterdag samen met een knecht voor de Duitsers spullen moest wegbrengen met paard en wagen. ‘Maar het werd hen te gevaarlijk en ze verstopten zich met paard en wagen ergens in het Kwartiersdorp in een bos. Dat was een angstige toestand. Ik was een jaar of tien. We hadden geen moeder meer. We liepen wat rond en waren heel bang. De Duitsers dreigden opa dood te schieten als hij niet zou vertellen waar ze waren. Maar onze opa wist het ook niet. Jan Brummelhuis, de eigenaar van de melkfabriek, heeft er toen nog voor gezorgd dat de Duitse bewaker vertrok. Later, toen het donker was, kwamen mijn vader en de knecht weer thuis.’ 

TRIEST VERHAAL
Marietje Goselink-Rottink, de vrouw van Jan, woont nog steeds in Coevorden. Ze is weduwe, want Jan is op 3 april 2013 overleden aan asbestkanker, hij was toen bijna tachtig jaar. Zij voegt ook nog een verhaal toe aan de gebeurtenissen in de regio tijdens de bevrijding. Ze woonde toen in Bentelo op haar ouderhuis. Bij hen thuis woonde ook een negentienjarige knecht uit Hengelo, Jozef Snijders genaamd. ‘Het is een triest verhaal. Toen het inmiddels tweede paasdag was geworden, dacht hij dat de kust veilig was, dat Delden ook bevrijd was en pakte zijn fiets om zijn ouders in Hengelo te gaan bezoeken. Hij nam melk en eieren voor hen mee en ging op pad. Maar bij De Rustende Jager aangekomen, werd hij doodgeschoten.’

De bevrijding van de regio was in volle gang, Engelsen, Canadezen en Polen deden hun best. Veilig was het daardoor nog niet. Delden werd uiteindelijk 4 april bevrijd door de Engelsen. Ook bij het Twentekanaal in Goor was het nog enkele dagen onrustig. Op 8 april lukte het de Polen om Markelo en Goor te bevrijden van de hardnekkige Duitse bezetting.

PS. Deel 1 van dit serietje over oorlog en bevrijding in 1945 is 26 maart gepubliceerd op Wegdam Nieuws en had het neergestorte jachtvliegtuig van de Engelsen bij café De Witte als onderwerp. Daarna volgde de weergave van een gesprek met zes bejaarde Wegdammers over de bevrijdingsdag 1 april. 

Nog enkele foto's van de familie Goselink


Het gezin waarin Jan Goselink (linksboven/1933-2013) opgroeide. Jan en zijn reeds genoemde vrouw Marietje kregen vijf zonen. De oudste - Richard - woont met zijn gezin op het ouderhuis in Hengevelde.
Verder vlnr boven: vader Gerard (1902-1969), moeder Trui Goselink-Ten Dam(1903-1940), Antoon (1938-2011). Onder: Betsie (83), Sieny (80) en Annie (85).

Gerard was jarenlang actief voor de gemeente als wethouder en als kerkmeester voor de parochie Wegdam. Hij kwam door een ongeluk om het leven op de eerste Pinksterdag van 1969. Zijn vrouw Trui overleed in oktober 1940. Ze is slechts 37 jaar geworden. De kinderen hebben haar nauwelijks gekend.
 
Antoon was ook boer en werkte op een bedrijf in Rectum. Hij was niet getrouwd. Hij is in 2011 op 72-jarige leeftijd gestorven.
Betsie woont in Vaassen. Ze trouwde met Jan Hahné. Ze hebben drie kinderen. Jan is overleden. 
Sieny en haar man Jos van Helden wonen in Posterholt. Ze was pas 1 jaar toen haar moeder overleed. Sieny en Jos hebben drie dochters.
Annie trouwde in 1961 met Theo Kraaijvanger uit Wiene. Ze runden vanaf  dat jaar de boerderij 'De Wartshof' in Spijk. Theo is in 1993 overleden. Ze hebben vier kinderen. Annie woont sinds een jaar of acht in Tolkamer.


Drie generaties Goselink. Vlnr Marietje, Richard, zijn vader Jan en opa Gerhard


1975. Hoog bezoek. Vice-premier Dries van Agt is in Hengevelde. Jan Goselink biedt hem voor de kerk van het dorp een midwinterhoorn aan.


Jan aan het werk bij de oogst van mais


Ook bij Goselink hangt 75 jaar later de vlag