Familie de Krake in Hengevelde

In de Bennie Brummelhuis serie hier een artikel over de familie Waanders, bij velen bekend als ‘de Krake’. Waar komt deze naam vandaan? We gaan ver terug in de 19e eeuw en wel naar Antonie Krake:
Antonie Krake, van beroep marskramer, werd op 28 mei 1843 geboren te Enter in de gemeente Wierden. In 1875 kwam Antonie samen met zijn vrouw Diena Spenkelink naar Ambt Delden. Zij gingen wonen in de buurschap Zeldam. Twee jaar later kwam Dina te overlijden. Op 22 november 1877 hertrouwde Krake met Wolthuis. Waarschijnlijk was haar voornaam Aleida, want in zowel het burgerlijke huwelijk als het kerkelijke huwelijk wordt zij Aleida genoemd. In enkele andere bronnen staat zij als Henrica te boek. Uit dit huwelijk werd op 4 juli 1880 te Zeldam een dochter geboren. Zij kreeg de naam Dina. Aleida Krake, geboren Wolthuis overleed op 25 november 1885. Een half jaar later trad Antonie Krake in het huwelijk met Berendina Dwars. Dochter Dina was tijdens het overlijden van Aleida amper vijf jaar oud, daarom was Antonie wel min of meer genoodzaakt om spoedig opnieuw in het huwelijk te treden.
De familie Krake in Hengevelde:
In de loop van het jaar 1880 werd er door Antonie Krake in het Beurneveld een woning of een klein boerderijtje gesticht. Het kadastrale nummer van dit perceel was Ambt Delden sectie E 2481. Voornoemd perceel lag op enige afstand van een weg dat nu de naam de Koude Dijk draagt. De nieuwe woning werd op 11 november 1880 in gebruik genomen. Antonie bleef marskramer terwijl zijn vrouw een klein winkeltje runde. Hoewel het winkeltje niet groot was voldeed het destijds zeker aan de behoefte. Men verkocht er zout, suiker, thee, koffie, soda, zeep, waspoeder, sigaren gewone tabak en pruimtabak en andere zaken waaraan de Hengeveldse bevolking behoefte had. Antonie Krake overleed op 13 mei 1904. Zijn derde echtgenote Berendina Dwars was reeds twee jaar eerder overleden.
 
Hierdoor werd Dina Krake de erfopvolgster. Zij trad een jaar later, op 30 juni 1905, in het huwelijk met Johan Waanders. De bruidegom werd in Lonneker geboren en woonde destijds bij zijn vader in Goor. Zijn moeder was reeds overleden. Dina heeft de winkel nog een behoorlijk aantal jaren voortgezet. Langs de winkel liep een kerkenpad en zondags na de mis kwamen de klanten meestal voor hun boodschappen. Het is niet bekend wanneer het winkeltje werd opgeheven, maar in 1923 was deze in ieder geval niet meer aanwezig.
 
De familie Waanders-Krake
Johan Waanders kocht in 1926 een klein stukje grond aan de Kerkstraat tegenover de boerderij van de familie Grefte. Enige tijd later werd er op dit perceel een loods gebouwd. Het moet ook in deze tijd zijn geweest dat Waanders is gestart met de verkoop van kolen. De kolen werden ingekocht bij de firma Gerritsen & Ten Thije in Goor. Waanders haalde de kolen die opgeslagen lagen bij het station in Goor zelf op, waarna hij deze in de loods aan de Kerkstraat opsloeg. Men had in de kolenloods een handig en eenvoudig apparaat om een zak te vullen. Er stond een frame waaraan een vat scharnierbaar was bevestigd. Dit vat had een inhoud van een halve mud. De werkwijze was als volgt: het vat werd tot de rand toe vol geschept met kolen. Daarna werd er een zak over het vat getrokken en vervolgens draaide men dit vat om, zodat de kolen in de zak vielen. Het apparaat kon dus door één persoon bediend worden. Waanders verkocht diverse soorten kolen, te weten: Antracietkolen, Eierkolen, Salonkolen en Cokes. De Cokes waren weliswaar veel goedkoper, maar kwalitatief konden deze kolen lang niet tippen aan de andere soorten. Verder verkocht Waanders turf en briketten. De turf werd zowel vaste vorm als los verkocht.
Bernard Waanders, de zoon van Johan Waanders en Dina Krake, werd erfopvolger. Hij is zich na de oorlog toe gaan leggen op het agrarische bedrijf en heeft de vergunning om kolen te mogen verkopen verkocht aan Semmekrot, Zeldam D 54. (Nu oude Postweg 13).
 
De Cycloon van Neede
Tijdens de windhoos van Neede die plaats vond op 1 juni 1927 werd de woning blijkbaar beschadigd, want de naam J.D.F. Waanders staat op de lijst met gedupeerden. De omvang van de schade is moeilijk vast te stellen, omdat het uit te keren bedrag op deze lijst niet werd ingevuld. Dit zal waarschijnlijk hebben betekend, dat hij niet voor een vergoeding in aanmerking kwam. Hij was overigens niet de enige in Ambt Delden die zelf voor de schade moest opdraaien. Het “oog” van de cycloon ging op enige afstand langs de boerderij, daarom is het aannemelijk dat de schade van beperkte omvang was.
Via mondelinge overlevering is bekend dat de perenboom die voor het huis stond was omgewaaid. In zijn val had deze het dak en in mindere mate de voorgevel beschadigd. Nadat de wind was gaan liggen bleek dat ook de meeste ruiten gesneuveld waren.
Het kan toeval zijn, maar nog geen drie weken na de cycloon werd er een bouwvergunning aangevraagd voor het verbouwen van de woning. Daags na het indienen van de aanvraag werd de vergunning al verleend. Johan Waanders was van beroep metselaar. Een groot deel van de verbouwing werd dan ook door hemzelf uitgevoerd. In december 1932 brandde de boerderij af. Bernard en Lien ontdekten de uitslaande brand tijdens het waterputten uit de put die voor het huis stond. Meteen lieten zij de emmers in de steek en sloegen alarm. Dina was bezig in het voorhuis en Johan was in het achterhuis de koeienstal aan het uitmesten. Het vuur sloeg razend snel om zich heen. Blussen was eigenlijk niet meer mogelijk, gezien de beperkte middelen die aanwezig waren. De varkens, de koeien en het paard die allen binnen stonden werden in veiligheid gebracht. Eén koe raakte licht gewond, omdat een gedeelte van de zolder het al begeven had eer de koe uit de stal gehaald kon worden. Het paard was behoorlijk in paniek geraakt en wilde aanvankelijk niet naar buiten. Uiteindelijk is het wel gelukt. Hoewel persoonlijke ongelukken zich niet hebben voorgedaan en het met het vee goed afliep, zijn alle persoonlijke bezittingen verloren gegaan. De familie Waanders zat nu zonder woning met de winter voor de deur. Het gezin heeft de winter doorgebracht in een loods die omgebouwd werd tot noodwoning. Later werd deze noodwoning als wagenloods gebruikt. De herbouw van de boerderij bood ook nieuwe kansen, want de nieuwe boerderij werd gemoderniseerd en gelijktijdig vergroot.
 
Het bombardement
Op zaterdag 17 juli 1943, ‘s morgens om tien voor half elf, werd Hengevelde (dit was vrijwel zeker niet doelbewust) gebombardeerd door de geallieerden. Hierbij werd ook de woning van de familie Waanders getroffen. De bom viel op de gierkelder en verwoestte tevens een zeer groot deel van de boerderij. Tijdens dit voorval stonden Bernard Waanders en zijn moeder Dien (Dina) voor de niendeur. Zij zagen de vliegtuigen wel overkomen, maar zochten geen veilig heenkomen, omdat de situatie onderschat werd. Door de kracht van de bom werd een gedeelte van het dak, een deel van de zijmuur en de gehele achtergevel weggevaagd.
Bernard bleef gelukkig ongedeerd, maar zijn moeder Dien raakte bekneld onder de omgevallen achtergevel. Hierdoor raakte zij zwaar gewond aan haar hoofd en ledematen. Bernard heeft haar na veel zwoegen uiteindelijk kunnen bevrijden. Hoewel zij circa drie maanden in het ziekenhuis werd opgenomen is zij nooit volledig hersteld. Nadat de boerderij weer wind en waterdicht gemaakt was, kon het weer enigszins worden bewoond.
 
De boerderij werd verplaatst
Waanders had de meeste grond elders liggen, daarom werd besloten de boerderij te verplaatsen. De nieuwe boerderij werd gebouwd aan de Kerkstraat nummer 5. Aanvankelijk werd de nieuwe schuur aan de Kerkstraat in 1944 ingericht als noodwoning. De familie Waanders heeft circa vijf jaar in de nieuwe schuur gewoond, totdat in oktober 1949 de nieuwe woning betrokken kon worden.
 
Benny Brummelhuis