Wethouder Scholten uit Hengevelde ontfermt zich over geadopteerd steenuiltje

Vrijwilligers van de Stichting Hofvogels zijn in deze tijd druk in de weer om alle nestkasten van steenuilen en kerkuilen in de Hof van Twente te controleren en daarbij de dit jaar geboren uiltjes te ringen. Zelfs erg druk, omdat het grote aantal geboortes alle verwachtingen voor dit jaar overtreffen. Tijdens één van hun rondes werden de vrijwilligers geconfronteerd met een gebeurtenis die om een acute oplossing vroeg. Een oplossing met een happy end.

Op één van de adressen die gecontroleerd werd zagen de vrijwilligers ergens in Deldenerbroek in een hoekje van een paardenstal, waar een te controleren nestkast voor de kerkuil hing, een wel erg jonge steenuil als een zielig hoopje in een hoek van die stal zitten.

Wat bleek. Vlak boven de kerkuilenkast zat er een gat in de dakisolatie onder de golfplaten. Een geliefde plaats voor een steenuilenpaar om er te nestelen en hun kroost groot te brengen. Voor de vrijwilligers echter een moeilijk te controleren plaats en onduidelijkheid over wat er zich daar zo afspeelt. De ondernemende jonge steenuil was kennelijk op de één of andere wijze uit dat gat gevallen en kon niet meer terug. Onduidelijk was of het jong nog de nodige aandacht en verzorging van het ouderpaar had. Door onbekendheid met de situatie onder de dakisolatie en een mogelijk nog aanwezig ouderpaar werd besloten het steenuiltje elders onder te brengen.

De oplossing was voorhanden bij wethouder Scholten in Hengevelde. Op zijn erf broedde een steenuilenpaartje in een door de Stichting Hofvogels geplaatste nestkast. Hierin twee jonge steenuiltjes, die qua leeftijd en groei overeenkwamen met het in de stal aangetroffen jong. Alle voorwaarden voor een succesvolle overplaatsing waren voorhanden. Een actief ouderpaar, een veilige en comfortabele nestkast en een nestkast met gelijke soortgenoten. Dus een geschikte locatie voor ons ‘adoptie’ uiltje. En zo werd de vondeling van Deldenerbroek naar Hengevelde verhuisd en liefdevol ontvangen door de wethouder en zijn gezin. Maar het bleef even spannend of ook moeder steenuil het ‘adoptie’ uiltje zou accepteren. Toen de vrijwilligers een weekje later gingen kijken, troffen ze in de nestkast drie gezonde jonge steenuiltjes aan. Een teken dat de vondeling was geaccepteerd. De drie werden die dag gelijktijdig voorzien van een ringetje zodat ze altijd terug te vinden zijn via het ringstation. Zo zie je maar weer, dat er soms in de natuur een beetje menselijk hulp nodig is om tot een goed resultaat te komen. Ieder uiltje is er tenslotte één

Vrijwilligers van de Stichting Hofvogels komen jaarlijks wel eens in aanraking met gelijksoortige zaken, waarbij uit de broedplaats gevallen jonge steen- en kerkuilen in de knel raken en worden ondergebracht bij een soort van adoptiegezin. Tijdens de broedperiode kunnen ouderparen verongelukken of ten prooi vallen aan marters. De jong geboren uiltjes zijn dan in principe kansloos en zullen, zonder ingrijpen, dan ook verhongeren. In vele gevallen loopt een dergelijke overplaatsing goed af, mits er een nestplaats voorhanden is dat aan eerder genoemde condities voldoet.