Van dorpsfeest tot enorm festival, en bij zo’n groei hoort ook een toename in regelgeving

Vandaag verscheen onderstaande column in de Volkskrant. Margriet Oostveen schreef het volgende: "Onbedorven verwachting in de lucht – daar herken je het echte platteland aan. Als ik het Twentse Hengevelde in loop arriveert net de eerste touringcar uit een volgend dorp. De inzittenden juichen. Hier kijkt vanavond niemand op zijn telefoon. De jongens kijken naar de meisjes. En de meisjes trekken dan met van dat ongeduldig heupwiegen dat van alle tijden is hun rokjes omlaag (of sjorren, vice versa, hun skinny jeans omhoog). Toen Hengevelde 51 jaar geleden voor het eerst zomerfeesten organiseerde, kon je in het dorp alleen dansen bij café Veehof en zalencentrum Assink. En nu? Nog steeds zijn er maar twee cafés, alleen heten ze nu Varenbrink en ’t Kooltje. De Zomerfeesten Hengevelde groeiden intussen uit tot een enorm festival. Al jaren uitverkocht. Vorig jaar trokken ze met een optreden van de band Kensington op de drukste avond 10.000 bezoekers – toch de helft van Pinkpop in het tegenvallende jaar 2005.

Daar schrok het bestuur zelf ook wel van, zegt voorzitter Kasper Put (29). Daarom verkopen ze dit jaar niet meer dan zesduizend kaarten per avond. André Hazes komt, Lil’Kleine, Chef’Special. Maar het moet ‘wel leuk blijven voor de vrijwilligers’.

Overal komt het festivalseizoen op stoom, van Best Kept Secret tot Pinkpop. En daartussen organiseren kleine dorpen al langer festivals van veel groter plaatselijk gewicht. Bedacht als geldmaker voor het verenigingsleven, wat de groei verklaart. Nog geen tien minuten rijden rond Hengevelde zijn er iedere zomer forse dorpsfestivals in Diepenheim, Goor, Bentelo, Sint Isidorushoeve, Beckum. Sommige dorpsfestivals werden zo groot dat er bestuursleden rondlopen die tamelijk probleemloos een dagje Pinkpop zouden kunnen managen. Zoals Kasper Put, in het dagelijks leven docent geschiedenis en maatschappijleer in Hengelo.

Hengevelde verdient nu jaarlijks 25 tot 30 duizend euro. Er is al een sporthal van de Zomerfeesten gebouwd en een beachvolleyterrein aangelegd. Een onafhankelijke commissie verdeelt het geld.

Voorzitter Kasper Put, Robin Raanhuis, Mark Tuinte. Foto Margriet Oostveen

En het Twentse dorpje telt maar 2.500 inwoners . Van hen helpt bijna iedereen die niet klein of heel oud is mee. Alle jongeren. Boeren uit de omgeving zetten de grote tent neer op een weiland in het dorp. En als de laatste bezoekers tegen de ochtend naar huis gaan, staan de ouderen met bladblazers klaar om de platgetrapte bekertjes op te ruimen. Sopje over de tafels en hopla, op naar de volgende feestdag: twee weekends, zes dagen in totaal.

Penningmeester Johan telt in een hokje op het festivalterrein al 39 jaar de barmuntjes en kassa’s – hij is nu zeventig. Mehmet van de kaartverkoop was twaalf toen hij begon – nu twaalf jaar geleden. En Gerdien heeft de artiestenverzorging al zeventien jaar stevig in handen (‘Een harde wereld. Als ze niet komen ‘omdat er file staat’ moet je altijd even checken of er file staat.’)

Een uur voordat op zaterdagavond de poorten opengaan, zitten we nog even op het terras van café ’t Kooltje. Behalve Kasper is ex-bestuurslid Mark Tuinte (41) erbij, voor het historisch overzicht. En bestuurslid Robin Paanhuis (27), die afgelopen week de landelijke media te woord stond, toen ze bekendmaakten dat bezoekers onder de achttien bij binnenkomst een blaastest kunnen krijgen, tegen het indrinken. Dat is nieuw op festivals.

Twee keer per jaar vergaderen alle dorpsfestivals uit de omgeving om de boel samen af te stemmen. Vroeger ging het over data en wie welke band wilde. Nu heel veel over alle landelijke regels, zoals het alcohol- en rookverbod.

Hier beginnen mijn gespreksgenoten opeens woorden als ‘cultuuromslag’ en ‘acteren naar beleid’ te gebruiken.

Ze vertellen over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit die bijvoorbeeld komt controleren of in de tent niemand rookt. Niet de roker krijgt dan vreemd genoeg een boete, maar de organisatie. De eerste keer is dat 1.200 euro, maar dit wordt bij iedere volgende overtreding verdubbeld.

Apparatuur voor de blaastest. Foto Margriet Oostveen

Als er dit jaar weer rokers zijn, kost dat 4.800 euro. Eén sigaret: bijna eenvijfde van de opbrengst voor het dorp.

Maar sommige dingen zíjn niet te voorkomen. Dus wat doet een modern bestuur van een dorpsfestival? Dat dekt zich in met het vertoon van alle moderne bestuurders.

Beveiligers met een blaastest dus, al zie ik ter plekke niet dat ze veel worden gebruikt. En een bijbehorende ‘Visie’ op de Zomerfeesten. De Visie heeft drie steekwoorden: ‘Samen, Veilig en Verrassend’.

Zo was het hier dus eigenlijk altijd al. Maar het klinkt goed.

(bron: De Volkskrant)