Grote Wegdamse gezinnen. Aflevering 1, de familie Ter Avest

Een gezin van acht, tien, twaalf, zestien kinderen. Kun je je dat voorstellen, als je nu tien, twintig, dertig jaar jong bent? Wij waren thuis met vijf, maar dat was destijds nog weinig. Je kende ze van de lagere school, de klasgenoten en andere kinderen die wel tien of meer broers of zusjes hadden: bij Jannink, Groothuis, Klaver, Rupert, Ten Buuren, Blokhorst, Ten Thije en bij nog zoveel meer families in de parochie met een grote schare kinderen. Om te weten wat er omging en –gaat in die grote katholieke gezinnen uit de jaren dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw, maak ik voor Wegdam Nieuws een serie over een aantal van hen. Helaas kunnen we ze niet voltallig spreken of fotograferen, want compleet zijn ze niet meer. Dat geldt ook voor de familie Ter Avest van de Nieuwstraat, misschien wel het jongste gezin met een groot aantal kinderen.
(foto vlnr Eduard, Denise, Roy, Mariëlle en Herman)

1994. Het gezin van Gerrit ter Avest is bijeen tgv zijn 65ste verjaardag.
Staand vlnr Roy, Carolien, Mariëlle, Gerrit, Eduard en Anja. Onder: Herman, Frank, Jolande en Denise. Martin was niet aanwezig.

“Van mama is nergens een tweede te vinden”

 

Het is de laatste week van 2017. Voor gastheer Roy begint het avondje gemakkelijk, want hij hoeft alleen maar voor de koffie te zorgen. Zus Mariëlle heeft gebak meegebracht en broer Herman een doos oliebollen en appelflappen. Mariëlle trakteert, want ze is een dag eerder op het Saxion geslaagd voor de hbo-opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Ze krijgt van iedereen de complimenten, want als je op 48-jarige leeftijd nog zo’n pittige studie afrondt, is dat knap. De 57-jarige Herman bakte in een speciale kraam voor zijn bakkerszaak in Delden in de laatste dagen van 2017 duizenden oliebollen en aanverwante eetwaren ter gelegenheid van de jaarwisseling. Hij is deze avond de enige vertegenwoordiger van de oudste vijf kinderen, van de jongste vijf zijn naast Roy (42) en Mariëlle ook Denise (44) en Eduard (51) van de partij. Martin (55), Carolien (54), Frank (52) en Jolande (49) zijn verhinderd. Naast de ouders Gerrit en Marietje is  ook Anja, hun oudste zus, inmiddels uit de tijd. Ze is in 2015 in haar huis in Purmerend op 55-jarige leeftijd overleden aan kanker.

GERRIT & MARIETJE
We gaan terug naar de beginjaren van het gezin. De Benteloërs Gerrit ter Avest (van 30-10-1929) en Marietje Spoolder (geboren op 14-3-1932) trouwden op 7 november 1958. Gerrit was metselaar bij Schutte & Oolhorst. Ze huurden een huis aan de Langenhorsterweg in Ambt-Delden.  Daar werden de eerste vier kinderen geboren: Anja, Herman, Martin en Carolien. Omdat het huis niet langer gehuurd kon worden, trok het jonge gezin in 1964 naar Hengevelde. Daar werden woningen gebouwd, waaraan Gerrit overigens deels zelf meebouwde. In hun nieuwe huis aan de Nieuwstraat werden nog zes kinderen geboren. Frank, Eduard, Jolande, Mariëlle, Denise en Roy. Drie jaar na de geboorte van Roy overleed Marietje, hun moeder, aan longemfyseem. Ze was pas 46 jaar.
Herman: ‘Ze heeft vroeger veel gerookt. Toen ze een jaar of 42 was, stopte ze daarmee. Maar daarna ontstonden juist de problemen met haar longen. Het werd steeds erger en uiteindelijk is ze overleden.’ Hij demonstreert haar kortademigheid. ‘Als het tien jaar later gebeurd zou zijn, was het misschien anders gegaan, omdat toen de behandelingsmethodes al stukken beter waren.’
Herman, die toen 18 jaar was, herinnert zich dat zijn moeder steeds opgenomen werd in het ziekenhuis. 'Ik weet nog dat mijn vader op een dag zei: “En nou gaat ze er niet meer heen”. Hij was er klaar mee. Het werd alsmaar slechter.’

Marietje lag in de voorkamer, vertellen de vijf aanwezige kinderen. Daar is ze op die zondagmiddag van de twaalfde november in ’78 gestorven. Denise en Roy: ‘Daarna moesten we allemaal in de rij gaan staan en haar een kus geven.’
Mariëlle: ‘Denise, Roy en ik gingen toen naar de familie Ten Buuren, schuin aan de overkant. Ik herinner me dat ik vanuit het raam in de voorkamer de zwarte lijkwagen bij ons huis zag wegrijden.’

MARIETJE
Het vijftal heeft louter mooie herinneringen aan haar, hoewel Denise en Roy nog heel jong waren toen ze overleed.
Mariëlle: ‘Ik weet nog dat ze altijd achter de naaimachine zat. Ze maakte onze kleren, maar naaide ook voor de carnavalsvereniging.’ Zo stond ze bij menigeen bekend. Het naaien van kleren was haar specialiteit. De voorkamer was dan haar werkplek. 
<<Links: Mariëlle op schoot bij oma, rechts Denise met haar moeder.

Herman: ‘Mama naaide zelfs onze voetbalbroeken. Dan zeiden ze bij WVV: “Daar heb je de jongens van Ter Avest”. Dat konden ze zien aan de broeken die van een grijze soort stof gemaakt waren.’
Eduard: ‘Mijn moeder was een lieve vrouw, maar als je wat verkeerd had gedaan, kreeg je het te horen of kneep ze je in de arm.’
Herman: Om zes uur ’s morgens hing de was al aan de lijn.’
Eduard: ‘Als je naar beneden ging, lag je stapeltje klaar. Ik kreeg de schoenen van Frank. Zo moest iedereen regelmatig kleren of schoenen van een oudere broer of zus overnemen.’
Mariëlle: ‘Ze was altijd bezig.’
Herman: ‘We hadden een heel grote moestuin. In de kelder stonden honderden weckflessen. In de grote fornuispot konden er veertig tegelijk in. Allerlei groenten en vruchten werden ingemaakt door haar, bonen, snijbonen, peren enzovoort. Van onze oma en opa kreeg ze vrachten snijbonen. Soms zaten we met zijn allen rond de tafel al die bonen te tippen of te doppen.’
De fornuispot had ook nog andere functies. Zo kookte hun moeder er ook bloedkoek, balkenbrij en baklever in die ze haalden bij slager Brummelhuis. ‘Die werden in de schuur opgehangen’, zegt Herman. ‘In de winter kregen we dat dan regelmatig op ons bord.’
Zoals destijds in jonge gezinnen gebeurde, moesten de kinderen op zaterdag beurtelings in bad. ‘Op de rij. Van jong naar oud. Dat gebeurde in de schuur in een teil’, vertelt Eduard. ‘Elke keer als er twee kinderen geweest waren, gooide pa er een emmer heet water bij.’
Herman: ‘En dan moest je van tevoren al oppassen dat je niet al te smerig was, want anders pakte mijn moeder er de een of andere schrobborstel bij.’    

GERRIT
Ik vraag hoe ze terugkijken op hun vader Gerrit die in 2001 is op 71-jarige leeftijd overleden is. Wie was hij? Wat vond hij belangrijk?
Eduard: ‘Het was een harde werker.’
Mariëlle: ‘Hij was streng, maar heel lief. Hij gunde ons alles, maar had wel zijn grenzen. Tot zover en niet verder. Ook wat betreft het geloof. We moesten naar de kerk. Ik herinner me dat ik dat verplicht was tot mijn zestiende. Daarna mocht ik het zelf weten.’
Herman: ‘We gingen gewoon. Ik weet nog wel dat we mooi op de rij naast elkaar zaten. We kregen dan allemaal een cent om op de collecteschaal te leggen. Pa was een gelovige man. Zo was hij opgevoed.’

Eduard zei het al. Gerrit was een harde werker. Hij en de anderen geven de voorbeelden. ‘Als hij thuiskwam van de baas, at hij en vertrok daarna meteen naar klussen die hij overal had. Hij bouwde garages of metselde varkensschuren zoals bij Broekkamp. Dat deed hij ook in het weekend. Voor het brood op de plank.'
Zo zag het leven van Gerrit eruit in de tijd dat zijn vrouw nog leefde. Herman: 'Het was niet gemakkelijk voor hen om rond te komen. Meestal konden ze de bakker en kruidenier pas betalen als de kinderbijslag binnen was.’

De kinderen herinneren zich dat hun vader ook op zondag niet stil zat. ‘Dan kookte hij. Elke zondag. En ondertussen zong hij Latijnse gezangen. Dan schalde het In Paradisum of Kyrie Eleison door de keuken’, vertellen ze. Later werd hij lid van het herenkoor en van de biljartclub bij Varenbrink. Af en toe ging hij naar WVV 1 waarin jarenlang één of meer zoons van hem speelden. Frank, Herman, Martin en Eduard hebben in het eerste gevoetbald. Frank en Eduard heel wat seizoenen, Roy later ook nog een enkele keer. Daar had Gerrit toen wat meer de tijd voor.

Vier jongens van Ter Avest tegelijk in het eerste elftal van WVV. Vlnr Frank, Martin, Eduard en Herman.

Overigens werd van Eduard wel eens gezegd dat hij de beste voetballer aller tijden is van de Hengeveldse voetbalclub. Hijzelf beaamt het met een grijns. Herman glimlacht. ‘Zou kunnen’, zegt hij wijs en vertelt dat de vier broers ooit één keer tegelijk in het eerste stonden. ‘Er zijn foto’s van. Maar we verloren de wedstrijd dik’, zegt hij erbij. ‘Veel zin om toen die foto te maken, hadden we niet.’

SPORT
Mariëlle benadrukt dat hun ouders  het belangrijk vonden dat ze aan sport deden. ‘Iedereen zat erbij. We mochten er één uitzoeken, maar moesten wel het seizoen afmaken. Tussentijds stoppen mocht niet. We mochten ’s winters ook altijd naar de ijsbaan. Dan haalden ze bij Varenbrink een kaartje voor ons allemaal. Zomers gingen we vaak zwemmen in het Het Vleer bij Neede.’
Terug naar vader Gerrit. ‘Hij was heel gek met zijn kinderen en probeerde alle zeilen bij te zetten om ons goed op te voeden’, zegt Mariëlle.
‘Hij cijferde zichzelf weg’, vult Denise aan.
Mariëlle: ‘Ik denk wel dat hij voor de oudere kinderen strenger was. Voor ons was hij gemakkelijker.’
Nog een anekdote. Ze wijzen aan waar iedereen zat tijdens de dagelijkse maaltijd. Maar de tafel was te klein. Herman en Martin kregen een plekje aan tafeltje bij het raam. Wie niet goed door at, kreeg onder de tafel een schop van vader. En wie het eten niet lustte, kon net zolang blijven zitten, tot het op was.

En over Sinterklaas. Dat was bij de familie Ter Avest ook een mooi feest. Anja moest eens een weesgegroetjebidden, omdat ze niet meer naar de kerk wilde.

<<Circa 1971: Sinterklaas bezoekt de familie Ter Avest. Achter vader Gerrit staat Anja, Frank staat lachend voor Zwarte Piet, Martin leunt op de tafel, Carolien (met gele kraag) staat daarachter, Marrielle zit op de stoel. 

KLAP
Op 12 november 1978 - dit jaar alweer veertig jaar geleden - overleed Marietje, de moeder van het gezin, die bekend stond als een hardwerkende, lieve vrouw. De klap was groot. Het jonge gezin, waarvan het oudste kind Anja, negentien jaar was en Roy als jongste bijna drie, moest verder zonder moeder, het dagelijkse steunpunt dat ieder kind het beste kent en dat absoluut niet gemist kan worden. Sommige familieleden wilden de jongste kinderen onderbrengen bij familie, maar Gerrit was daar tegen. Hij wilde het gezin bij elkaar houden.

Verschillende vrouwen uit het dorp en omstreken hebben de familie als gezinshulp bijgestaan. ‘En er werd door eens soort maatschappelijk werker een lijstje opgehangen met taken’, herinnert Eduard zich. ‘Ik moest op woensdag stofzuigen en afwassen.’
Enkele namen van gezinsverzorgsters vallen: Ans Wolbers, Joke Extercate, Ria Busschers, Agnes Schonenborg en anderen. ‘Ze moesten hard werken’, zegt Mariëlle. ’Neem alleen al de bergen wasgoed. Toch hadden ze ook altijd tijd voor ons.’Met Joke mochten we op woensdagmiddag als het mooi weer was wel eens op de fiets mee naar haar ouderhuis in Bentelo, Jolande en ik. Daar hadden ze paarden. Dat vonden we mooi.'
‘Soms haalden we kleren met hen’, vertelt Denise.
De gezinsverzorgsters mochten niet langer dan een jaar blijven. Anders zouden ze zich teveel aan de familie kunnen hechten. 
Denise en Eduard vertellen dat ze hun vader jaren later wel eens gevraagd hadden of hij niet voelde voor een vriendin. Maar dat wilde hij niet. “Van mama is nergens een tweede te vinden”, had hij geantwoord.

KOSTGELD
Herman, die na de dood van zijn moeder een leidende rol had in het gezin, vertelt dat de oudsten na het overlijden van hun moeder op een bepaald moment kostgeld moesten betalen. Althans degenen die al werkten. Vijftig of 25 gulden per week. Anja, Martin, Carolien en ik. ‘Dat hebben we zelf ingevoerd. Pa was gedeeltelijk afgekeurd. Hij ging ’s morgens als de kinderen naar school waren bij Marinus Kuipers aan de slag als een soort klusjesman. Maar van een leien dakje ging het allemaal niet. Soms besteedde hij het geld niet goed. Op zaterdagmorgen, als ik klaar was met mijn werk bij bakkerij Epping in Goor, ging ik naar huis, haalde Roy en Denise op en nam hen mee naar de Edah om boodschappen voor de hele week te halen. Dat was dan mijn bijdrage. Omdat ik niet wilde dat mijn kostgeld verkeerd gebruikt werd.’
Hij vertelt ook hoe hij de militaire dienst ontlopen is. ‘Ik moest op een maandag opkomen in Maastricht. Mama was kort daarvoor overleden. Pa overlegde met Gerda Nibbelink wat hij hiertegen kon doen. Hij had me nodig om thuis te helpen. Die dinsdag moest ik op het gemeentehuis komen in Bentelo en vrijdags kreeg ik vrijstelling. Het was de enige keer in mijn leven dat ik een telegram heb gekregen. Het was een mooi en welkom bericht. Ik hoefde niet in dienst.’

GEEN VETPOT
Hij vertelt dat zijn oudste zus Anja al kort na de dood van zijn moeder uit huis ging. ‘Het liep in de eerste tijd na het overlijden van ma niet lekker bij ons. In financieel opzicht was het sowieso al geen vetpot en toen helemaal niet. Het was dus extra fijn dat de lange brief van gemeentesecretaris Fluttert aan het ministerie van defensie een prettige uitkomst had. Ik hoefde niet in militaire dienst.’ 

Mariëlle (foto links) vult aan: ‘Pa kreeg geen weduwen- en wezengeld. Later heeft Jolande ervoor gezorgd dat hij het alsnog met terugwerkende kracht kreeg. Destijds heerste nog de mening dat een man het niet nodig had, omdat de mannen altijd voor het inkomen zorgden.’
Herman noemde reeds de naam van buurvrouw Gerda. Tante Gerda noemden de meeste kinderen haar. ‘Als pa er niet was, gingen we naar haar. Dat was heel normaal. Ze heeft veel voor ons gedaan’, zegt Mariëlle.  

De oudsten hielpen de jongsten, zo gaat het überhaupt in grote gezinnen. Ook bij de Ter Avesten.
Mariëlle: ‘Ik ging zo nu en dan met Anja op pad. Ze nam een beetje de rol van moeder over voor mij. Maar door de gebeurtenissen in ons gezin werden we wel vroeg zelfstandig. De meisjes gingen bijna allemaal tamelijk jong het huis uit, met achttien, negentien jaar al. Ik vond dat wel apart. Misschien omdat er veel hen afkwam, ik weet het niet precies. Ikzelf had die behoefte niet en ben langer thuis gebleven. We waren toen nog met ons vijven: pa, Roy, Frank, Eduard en ik.’

STEUN
Nog andere herinneringen aan hun jeugd. Eén keer per jaar mocht Gerrit een busje lenen van Marinus Kuipers om met het gezin op stap te gaan. De dierentuin in Arnhem, de Julianatoren, de Waarbeek zijn de namen die vallen. Mariëlle weet nog dat haar zus Anja haar meenam naar het golfslagbad in Boekelo. Soms gingen ze op zondag met hun vader en moeder op de fiets naar het Kagelinkbos in Markvelde om op de vijver de eendjes te voeren.
Denise en Herman vertellen dat ze in de moeilijke tijden steun kregen van verschillende dorpsgenoten. ‘Zo heeft de familie Assink ons geregeld voorzien van eten. Wat overbleef na een bruiloft, ging vaak naar ons. Anna hing een polleppel an ’n droad, zo zei pa dat altijd, en zo wisten ze dat er eten was voor ons. Broodjes, salade en de befaamde Assink-soep kwamen regelmatig onze kant op. Ook zorgde tante Truus ter Avest dat er met kerst mooie salades voor ons waren en oliebollen met oud en nieuw.’

ROY
Roy is degene die nog altijd in het ouderlijk huis aan de Nieuwstraat woont (samen met zijn vrouw Leonie en de kinderen Gijs en Pip). ‘Ik heb goede herinneringen aan pa. Hij was vriendelijk en zorgzaam. Toen ik ouder werd, wilde ik in Haaksbergen gaan wonen, maar toen pa ziek werd ben ik gebleven. Hij viel af en toe weg en bleek na onderzoek aan een lekkende hartklep te lijden. Hij heeft toen lang in het ziekenhuis gelegen. Een operatie zat er niet meer in. Op 4 mei 2000 is hij overleden.’

UITGEWAAIERD
Anno 2017 zijn de Ter Avesten uitgewaaierd over de regio, een enkeling woont verderop. Hoe zijn de onderlinge contacten? Soms spreken ze elkaar op verjaardagen. Een jaar of vijftien geleden waren ze bij elkaar met oud en nieuw.

Juni 2017. Vier zussen op het verjaardagsfeestje van Sam. Vlnr boven Carolien en Denise; onder Jolande en Mariëlle>>

Op de verjaardag van Denises zoon Sam op 19 juni zijn de meeste broers en zussen ook vaak present, soms met aanhang en kinderen. ‘Dat is vanaf zijn eerste verjaardag traditie geworden. We vieren het in verband met de Zomerfeesten meestal een week eerder. Dan doen we de barbecue aan, doen een drankje erbij en wordt het een leuke middag. Mijn zussen zijn er zeker. De broers niet allemaal.  Martin zien we bijna nooit. Ze hebben natuurlijk allemaal verschillende levens en interesses’, zegt Denise. ‘Ik vind het gezellig en ook zinvol om elkaar af en toe te spreken. Ik heb met Roy een andere band dan met Herman, want we hebben dezelfde leeftijd. Maar ik vind het wel belangrijk om te weten wat er bij de anderen speelt. Daarom hebben we ook een groepsapp’.
‘Die heb ik dus niet’, reageert Herman, ‘ik zou niet weten wat dat is.’ Zo eindigt het gesprek over Gerrit en Marietje ter Avest en hun grote gezin van tien kinderen met een grote glimlach om oudste broer Herman en zijn onhandigheid met moderne communicatiemiddelen. ‘Die zijn niet aan mij besteed’, zegt hij.

NAMEN EN JAARTALLEN
Tot slot zetten we de namen en jaartallen van het gezin op een rijtje.

Anja was de oudste. Ze is van 4 september 1959 en is op 26 april 2015 in Purmerend overleden. Zij en haar man Joep van Eekelen runden in Volendam naast elkaar een winkel. Anja verkocht cadeaus, souvenirs en zo. Ze had geen kinderen. De foto hiernaast is genomen op haar vijftigste verjaardag in 2009.
Herman is van 3 november 1960. Hij is getrouwd met Evelien Scharenborg. Ze wonen in Haaksbergen. Hij heeft een mooie bakkerszaak ik Delden. Hij en Evelien hebben twee kinderen, Anouk en Marije.
Martin is geboren op 14 januari 1962. Hij woont in Hengelo, waar hij getrouwd is met Margaret van de Berg. Ze hebben twee kinderen, Melanie en Maikel. Martin is bouwvakker.
Carolien kwam op 27 november 1963 ter wereld. Ze woont in Borne en werkt als inspecteur bij de belasting. Ze is gescheiden en heeft twee kinderen, Daphne en Sanne.
Frank (van 20 maart 1965) woont in Haarlo. Hij runt een plafondbedrijf. Hennie Weustenenk is zijn echtgenote. Ze hebben twee kinderen Aydin en Jordi en twee kleinkinderen.
Eduard is geboren op 24 november 1966. Hij is getrouwd met Natascha Wilderink. Ze wonen in Hengevelde en hebben één dochter, Dagmar. Eduard is vrachtwagenchauffeur.
Jolande (van 14 mei 1968) woont in Utrecht. Ze heeft één dochter, Noë genaamd. Ze is advocaat. Tien jaar geleden is ze afgestudeerd.
Mariëlle is van 15 december 1969. Ze woont in Hengelo en is niet getrouwd. Ze werkt als consulent inkomen bij de gemeente Enschede. Zoals hierboven al gemeld, heeft ook Mariëlle nog op latere leeftijd met succes een studie gevolgd.
Denise ( foto links) is op 19 augustus 1973 geboren en woont met haar man René Hietbrink en de kinderen Max en Sam in Hengevelde. Ze werkt al 25 jaar bij Leo’s, voorheen De Kanderij.
Gastheer Roy (van 25 november 1975) is getrouwd met Leonie Roelink. Ze hebben twee kinderen, Gijs en Pip. Roy is heftruckchauffeur.

PS. Nog enkele foto's van de familie.

Vlnr Eduard, Frank en Roy. De drie broers zijn fervente vissers. Van jongs af gooiden ze de hengels uit. Via de Bentelosebeek en het Twentekanaal gingen ze met andere sportvissers naar wateren als Volkerak en Haringvliet. Twee keer gingen ze naar Canada. 'Dat is het Mekka voor de sportvisser', zegt Roy. 'Je vist daar bijvoorbeeld op de koningszalm en de steur. De foto dateert uit 2009. Dit is de grootste steur die we daar gevangen hebben. Hij was 2.61 meter. Eduard heeft hem bij de kop vast. Daaraan kun je zien dat hij de gelukkige vanger was', aldus Roy, die over hun visavonturen regelmatig artikelen schreef voor een vis-website. Daaraan waren ook wedstrijden verbonden. Roy deed in 2010 voor de lol mee aan de eerste grote talentenjacht in de hengelsport, genaamd Hollands Next Topvisser. Hij won en werd daardoor uitgeroepen tot het grootste vistalent van ons land. De jury roemde hem om zijn ‘enthousiasme, veelzijdigheid en grote bereidheid om andere sportvissers verder op weg te helpen in hun zoektocht naar de volgende grote vangst'. De Hengeveldenaar kreeg een beker en mocht voor 1000 euro gratis winkelen in de magazijnen van Pure Fishing. Voor de liefhebber: google de naam Roy ter Avest en je vindt volop info over hem en zijn vissende broers. 

Tot slot gaan we nog even terug naar het bezoek van Sinterklaas en zijn zwarte assistent aan het jonge gezin Ter Avest in 1971.


Herman geeft de Sint een hand. 


Twee Zwarte Pieten luisteren naar het verhaal van Martin.

Alle aandacht voor Zwarte Piet. Achteraan staat Herman, daarnaast Carolien, de jongen met de rood/blauwe trui is Frank, Denise staat helemaal links net in beeld. Mariëlle zit daarnaast, Martin zit op de stoel en Eduard staat helemaal rechts op de foto met de rug naar de fotograaf.