Goorsestraat – aflevering 10 – Familie Veehof

De Witte, Assink, Varenbrink en Veehof. Vier cafés op een halve kilometer Goorsestraat. De Wegdammers hadden en hebben nog steeds keuze genoeg. De Witte is intussen veranderd in De Kolenbrander, Veehof heet alweer jaren Hotel Hof van Twente. De vier hadden in de jaren vijftig veel gemeen. Zo hadden ze elk een vaste klantenkring, waarvan sommigen een groot deel van hun week-/maandsalaris bij de uitbater achterlieten en hadden ze alle vier een boerenbedrijf erbij. Maar ook waren er verschillen. Veehof bijvoorbeeld had het meest markante pand. Mede daardoor was de entree van Hengevelde vanuit de richting Goor best indrukwekkend met een paar herenhuizen, de melkfabriek, horecabedrijf en winkel van Veehof en de kerk/pastorie. Wie woonden er binnen de muren van het gebouw met de fraaie gevel en wat gebeurde er zoal.
Deel 10 van de serie over de Goorsestraat in de jaren vijftig van de twintigste eeuw: de familie Veehof.
(Foto: 1954. Vlnr Jan, Miny, Ans, Riet, Harrie, Wies, Suze)

November 2014. Vlnr Miny, Wies en Ans

Veehof, gezelligheid en gastvrijheid als handelsmerk

Bij wie moet je anders zijn dan bij Ans Veehof (82) als je meer wilt weten over het leven binnen de muren van café-restaurant-zaal Veehof van een jaar of vijftig/zestig geleden. Ze woont op het erf van het horecabedrijf dat haar leven bepaald heeft. Zus Wies (71) die in Markvelde woont, is ook aangeschoven. Later zal ook hun in Goor woonachtige oudste zus Miny (83) meepraten. Ook zij heeft vroeger volop meegewerkt in de zaak. 

Ik vertel over de nostalgische gevoelens die de naam Veehof bij mij en veel Wegdammers oproept. Dat ik als schoolkind in de jaren vijftig meespeelde in een operette als kabouter Robbie. Mijn nichtje Elly had de hoofdrol. Ik vertel over bruiloften die ik me herinner in de grote zaal en over de amusante carnavalsavonden in de jaren 60-70. Hoe gezellig waren destijds niet de tweewekelijkse contactavonden van de jongerenclub Webo met bekende bands als de Twente Combo, de Roamers, Honest Men en Madigo en ook met grote namen als Exception, the Cats, Kayak, de Buffoons, BZN en de Blue Diamonds
Mooie tijden voor opgroeiende jongemannen zoals ik, de zusjes Veehof denken daar hetzelfde over, maar deels ook anders. ‘Als ik eraan terugdenk, kan ik maar één ding zeggen: “Wat moesten we hard werken”. Ik zat bij die dansavonden achter de bar en noteerde wat de obers allemaal de zaal in brachten’, vertelt Ans. Wies vult aan dat de Webo-avonden een tijdlang op zondagavond werden gehouden. ‘Dat was een ellende. Daarna moest alles opgeruimd worden. Later werd het leuker toen ze naar de zaterdagavond gingen.’ Voor Wies was het geen dagelijks werk. Haar job was kleuterleidster in Hengevelde. ‘Ik moest veel poetswerk doen in de keuken. Dan moest ik die vette aanrechten schoonmaken. Dat was dan meestal mijn taak.’

Veehof in de jaren zestig. Rechts is de pas gebouwde zaal nog net zichtbaar. Links de kruidenierszaak. In de deuropening staat Jan, de zoon des huizes.

De zaal naast het statige café-restaurant werd in de beginjaren vijftig gebouwd. In mei 1953 werden er de eerste grote bruiloften gehouden. Ans vertelt hoe haar dag er dan uitzag, Wies en Miny vullen af en toe aan. ‘Je stond om 7 uur op. Dan maakte je het ontbijt klaar voor de mensen die om een uur of 11 uit de kerk kwamen waar het huwelijk ingezegend werd. Het bruidspaar kwam wat later, er moesten eerst foto’s gemaakt worden. Dan moest dat allemaal weer afgeruimd worden. De mensen vermaakten zich met voordrachtjes, de obers brachten een drankje rond en achter de schermen waren wij druk met de voorbereidingen van het diner. Een dag eerder hadden we dat al voorbereid, hadden we soep getrokken, salades en puddingen gemaakt en rollades aangebraden. Het diner werd opgediend en daarna ruimden wij het weer af. Dan volgde de avondbruiloft. Die begon meestal om 7 uur met koffie en gebak. Ik werkte dan achter het buffet. Obers brachten de bladen met drank of schalen met hapjes de zaal in. Als de mensen de koffie en de broodjes op hadden en de zaal om 12 uur leeg was, gingen we verder met opruimen. De andere morgen moesten we dan de vloeren nog in de was zetten, maar als er die dag weer een bruiloft was, deden we dat ’s nachts nog.’
Ans vertelt dat ze in die tijd soms 18 tot 20 uur per dag werkte. ‘Je ging gewoon door. Soms had je even een korte pauze. We deden het gewoon. Zo gaat dat in zo’n horecabedrijf. En het werd steeds drukker. Je had de bruiloften, soms vier per week, maar na enkele jaren werden er ook dansavonden georganiseerd.’

VASTE KLANTEN
Ze herinnert zich dat een bruiloft op het laatste moment niet doorging, omdat de tante van de bruid overleden was. ‘We hebben toen al het eten dat al klaarstond, rondgebracht in de buurt. Met een witte schort aan bracht ik de salades rond. Ook de obers Johan ter Doest en Bernard Hemel hielpen mee.’ Van sommige gezinnen vierden alle kinderen bij Veehof de bruiloft, families als Doeschot, Klaver, Brummelhuis (Kinkelman), Ten Thije (Markvelde). Ze hadden veel klanten op het Kwartiersdorp, in de Slotshoek. Zo had de familie Assink die een paar jaar later ook een grote zaal had gebouwd, eveneens families in dorp en omstreken als vaste klant. Ans: ‘Op een dag hoorden we dat een van de meisjes van Doeschot met een jongen van Ottenschot-Botterhoes uit Markvelde zou gaan trouwen. De Doeschots waren altijd bij Veehof, de Ottenschots bij Assink. Het leek erop dat wij de bruiloft zouden krijgen. Maar een paar dagen later hoorden we dat het Assink was geworden. Toen zeiden we tegen vader dat hij maar eens een bezoekje aan de familie Doeschot moest gaan brengen. Dat gebeurde en toen hadden wij de bruiloft toch.’

KNECHT
Bij al dat werk rond het horecabedrijf plus boerderijtje met koeien, paarden en vetweiders plus kunstmesthandel deed de familie een beroep op vaste assistenten. Bernard ten Elsen hielp vaak mee bij het opruimen na feesten en partijen. Marinus Nibbelink werkte er als knecht, Henk ten Thije uit Markvelde melkte de koeien en sliep op de opkamer in huize Veehof, zijn zus Grada werkte en woonde vijftien jaar bij de Veehofs. Op donderdag was Annie Zwienenberg er altijd en met bruiloften hielpen ook Jo en Christien Seijger mee. ‘Mijn vader had ook nog iemand voor op het land en in de tuin. Haver Jan Hendrik. Ik weet zijn echte naam niet meer’, zegt Ans. ‘Ik herinner me nog dat hij met gemak zeven pannenkoeken at.’

Naast het gezin, enkele meiden en knechten woonden ook nog twee nichtjes in bij huize Veehof. Het tekent de gastvrijheid van de familie. ‘Dat waren Lenie en Dinie Tusveld’, vertelt Wies. ‘Ze waren van een oom en tante die in Rijssen een slagerij hadden. Hun moeder overleed. Vader en moeder gingen naar de begrafenis en brachten de zevenjarige Lenie mee. Ze is altijd gebleven. Ze is verpleegster geworden en woont in Maastricht. Ze is nu 92. Dinie kwam later ook bij ons. Zij woont in Hengelo.’

LONDEN
Miny vertelt dat ze na een jaartje Londen, waar ze als au-pair gewerkt had, in 1953 terugkwam in de zaak die dus intussen uitgebreid was met een grote zaal. ‘De keuken was bij bruiloften mijn werkterrein. Ik maakte samen met hulpen de huzarensalades zelf en ook bereidde ik de andere gerechten. Moeder hielp ook mee in de keuken. Zij kon echt lekker koken. De sfeer was altijd goed, ofschoon we hard moesten werken. Ans was meestal in de bediening, vader deed het voorcafé en had de dagen ervoor al de bestellingen gedaan voor de bruiloften. We deden alles zelf. Ik herinner me’, zegt Miny met een royale glimlach’, dat ik nooit ook maar één kluitje in de pudding heb gehad. De menu’s voor die bruiloften waren destijds vrij eenvoudig. Dat is tegenwoordig wel anders. Ik heb trouwens de boekjes van de bruiloften en priesterfeesten allemaal nog bewaard.'

Het gezin van Santje en Johan Veehof.

GEZELLIG
De jaren 50. Miny was in de keuken, Ans werkte achter het buffet of serveerde eten en drinken en als zij de eerste was die de winkelbel hoorde, haastte ze zich naar de klant die een paar kruidenierswaren nodig had. Hun vader en moeder werkten mee en hun broer Jan die de zaak over zou nemen. Wies was een jaar of tien, haar zus Suze was tien maanden jonger. ‘Ik trok veel op met mijn vriendinnen’, zegt Wies. Ze noemt Ans en Thea Hafkamp, Annelies Smit, Rosia Roorda en Marianne Bekkers, allemaal meiden van de Goorsestraat. 

Ans: ‘Het was bij ons thuis heel gezellig. Vriendinnen mochten altijd meekomen, mochten mee-eten en blijven slapen. Dan werden er op zolder wel een paar bedden klaar gemaakt.’
Miny: ‘Het was een prachtige tijd. Ik herinner me dat ook de eerste vriendjes altijd welkom waren. Jongens waarmee we een beetje scharrelden. Maar als het verkering werd en de jongens bleven slapen, ging mijn moeder ’s avonds wel de kamers langs om te controleren of we wel alleen sliepen.’

Santje (tweede van rechts) met haar moeder Maria en zussen Riek en Annie.

Over het leven van de familie Veehof vertellen de zussen openhartig. Ze hadden het gezellig en kijken met veel voldoening terug op hun jeugd en hun werkzame leven in het bedrijf. We willen graag wat meer weten over hunzelf, hun ouders, broers en andere zussen. Moeder Santje Veehof is op 16 januari 1901 geboren. De zaak was haar ouderhuis. Haar vader was een Brummelhuis, haar moeder kwam uit Reutum. Ze heette Deperink. ‘Ik heb er wel eens gelogeerd’, vertelt Miny. ‘Mijn moeder had twee zussen. Tante Annie is in Delden terechtgekomen, tante Riek in Tubbergen. Moeder is 97 jaar geworden, waarvan ze 95 jaar in het ouderhuis heeft gewoond. De laatste twee jaren was ze in Goor op het Stoevelaar. Ze was voor iedereen een echte moeder. Zelfs de obers noemden haar moeder. Ze stond bekend als een lief, zacht mens, heel gelijkmatig. Ik heb haar nooit kwaad gezien.’ Moeder Santje is op 10 mei 1998 overleden.
Vader Johan is geboren op 20 juni 1897. Hij kwam uit Goor uit een zaak waar ze van alles verkochten, zo vertellen de zussen. Ze zijn getrouwd op 13 november 1929. Miny: ‘Vader was streng, maar heel lief. We kregen veel warmte van hem. Buitenstaanders zagen dat vaak niet. Hij was zakelijk, wist overal van en zat ook in enkele besturen zoals het bestuur van de boerenleenbank.’ Johan Veehof is op 19 november 1979 overleden.

KOSTSCHOOL
Miny was de oudste van de zeven kinderen. Ze is geboren op 31 maart 1931. In 1945 ging ze naar de kostschool in Doesburg. Naar hetzelfde internaat gingen Ans, die destijds nog Annie heette en Riet die in haar jeugdjaren Marietje heette, ook. Miny en Ans deden er de huishoudschool met bijlessen Engels erbij. Riet deed de Mulo. Wies en Suze zouden later naar de kostschool in Groenlo gaan. 

Miny heeft geen prettige herinneringen aan die periode in Doesburg. ‘Het was een vreselijke tijd. Heel ouderwets. Je mocht niks. Onder leiding van de nonnetjes gingen we wandelen. Zondags droegen we een zwart jurkje en een zwart hoedje. Door de week mochten we gewone kleding aan met een zwart schortje voor. Alleen in de vakantie mochten we naar huis. Eén keer per maand mochten we naar een tante in Doesburg. Ik weet nog dat vader me met een koetsje naar Doesburg bracht.’
Na de periode Doesburg werkte ze thuis. ‘Het was een mooie tijd’, glimlacht Miny. ‘Iedereen was er nog. De eerste vriendjes dienden zich aan. In november ‘52 ging ik een jaar naar Londen, nadat ik eerst de verkering uit maakte. Daar werkte ik als au-pair bij de familie Aron. Ans en Riet zijn er elk ook een jaar geweest. Allemaal bij dezelfde familie, vooral om goed Engels te leren spreken. Mijn vader en moeder waren daarmee hun tijd ver vooruit. We vonden het schitterend. Het was heel gezellig daar. We werden goed in de familie opgenomen. Ik was er graag, had er leuke vriendinnen en heb veel van de stad gezien. Ik weet nog dat ik er de kroning van Elisabeth meemaakte op 2 juni 1953.’

Het gezin Veehof in 1964. Staand vlnr: Wies, Jan, Ans, Harrie, Riet. Zittend: Miny, Johan, Santje, Suze.

Miny trouwde in 1960 met Frits Olthof uit Goor. Hij was vertegenwoordiger voor Erdal. Ze kwamen te wonen aan de Schoolstraat waar Miny’s vader een rijtje huizen bezat. Ze woont er nog steeds. Frits en Miny kregen een zoon en een dochter. Hun zoon Ronald woont met zijn gezin in Nieuw-Vennep, dochter Jacky woont met haar gezin in Goor. In 1990 overleed Frits. Een paar jaar later raakte ze bevriend met buurman Gerard Blokhorst die in zijn werkzame leven een herenmodezaak had. Oud-Hengeveldenaar Gerard was weduwnaar. Hij en Miny kenden elkaar al vanuit Hengevelde en waren al vele jaren heel goede kennissen. Gerard is ruim tien jaar geleden overleden.
Ans is geboren in 1932. Ze woonde afgezien van de kostschooljaren en het jaartje Londen haar hele leven in Hengevelde. In 1968 bouwden haar ouders een huis achter de zaak. ‘Het duurde daarna nog vier jaar voor ze er gingen wonen, ze konden niet scheiden van de zaak. Na het overlijden van vader in 1979 heb ik er met moeder en Harrie gewoond’, vertelt Ans. Ze woont er thans nog. Het is een dubbel woonhuis. Aan de andere kant woonde het gezin van Riet en haar man Clem. Riet is van 1937. Ze trouwde in 1968 met Clemens van den Eerenbeemt, die in verzekeringen deed. Ze kregen twee dochters. Riet is op 18 februari 2007 overleden. Clem lijdt aan de ziekte van Alzheimer en woont in het zorghuis Bentelerhof.


Johan en Santje Veehof hadden naast de vijf dochters twee zonen. Jan (foto hierboven) is geboren op 6 mei 1934. Hij zou op de zaak komen, maar vertrok na zijn huwelijk met Nel ter Horst uit Kampen in 1964 naar Roermond waar hij met haar een horecabedrijf kocht dat ze vervolgens ombouwden tot een damesmodezaak. Ze kregen één zoon en drie dochters. Na Roermond woonden ze nog in Herkenbosch en laatstelijk in het Belgische Maaseik. Afgelopen zomer, op 18 augustus, is Jan op 80-jarige leeftijd aan kanker overleden. Wies: ‘Hij was er heel reëel onder. Kort voor zijn dood zei hij: “Ik heb een prachtig leven gehad. Ik heb hard gewerkt en ben nooit ziek geweest en onze vier kinderen ook niet. Ik heb de leeftijd. Zo is het nou eenmaal". Overigens is een van zijn dochters momenteel wel ernstig ziek’, aldus Wies.
De andere zoon was Harrie, geboren in 1938. Hij kwam op het café toen Jan in 1964 vertrok. Hij was tot dan werkzaam bij Hotel Ter Stege in Oldenzaal. Harrie was echter regelmatig ziek. Suikerziekte zat hem dwars, te meer omdat hij zich niet altijd aan de voorgeschreven medicijnen hield, zo vertellen de zussen. Harrie overleed uiteindelijk op tweede kerstdag in 1982 op de veel te jonge leeftijd van 44 jaar.
Bijna vijf jaar na Harrie werd op 2 april 1943 Wies geboren. Zij en de bijna één jaar jongere zus Suze hadden ook een fijne, onbezorgde jeugd. ‘Ik weet nog goed dat we in de vakantie één dag uitgingen. Dan namen vader en moeder een plaid mee en broodjes van Nollen. We gingen richting Tubbergen en picknickten daar ergens.’
Wies trouwde in januari 1973 met aannemer Jan Kiezenbrink uit Markvelde. Ze kregen drie kinderen en hebben thans zes kleinkinderen. Dochter Marie-Claire woont in Helmond, Claudia in Diepenheim en zoon Jan in Lisserbroek.
Suze had lange tijd een relatie met paardenman Mario Pompen die nog een aantal jaren een manege dreef in Hengevelde, achter het café van Suzes ouders. Later had hij een manege in Zelhem en weer later in Brunssum. Mario verongelukte dodelijk, maar toen was de relatie met Suze intussen voorbij. Later raakte ze bevriend met Jan Westerhoven. Hij is vorig jaar overleden. Suze en Jan woonden in het Limburgse Grathem. Binnenkort verhuist Suze naar Maastricht.

Veehof kort na de overname door Hans en Rita Pierik.

BRAND
Ans dreef de zaak (samen met Harrie) tot 1981. Toen stopten ze. Intussen zocht het echtpaar Hans en Rita Pierik uit Hengelo een horecazaak om voor zichzelf te kunnen beginnen. Hans was kok bij het Amstel Hotel in Hengelo, Rita werkte er ook. Ze hadden al eerder hun oog laten vallen op Veehof in Hengevelde, richtten vervolgens hun pijlen op een hotel-restaurant in Hengelo, maar opeens kwam de optie Veehof weer langs. ‘De prijs was gezakt. De kinderen hadden in Hengevelde meer vrijheid en we kozen voor Veehof’, vertelt Rita. Ze verbouwden alles. De zaal, het café, alles kreeg een opknapbeurt. Ze begonnen in die tijd ook met een dancing. Louis Jannink regelde de muziek. 

In 1984 verwoestte een brand het cafégedeelte. De Pieriks moesten letterlijk de zaak opnieuw opbouwen. ‘Dat was een heel gedoe. Het was erop of eronder. We hebben het geprobeerd en het is ons gelukt’, zegt Rita. ‘Daarna bleven we bouwen. De zaal werd een hotel en bijna elk jaar kwamen er kamers bij tot en met de maalderij aan de overkant die we van Jos Hafkamp kochten, maar in 2004 weer verkochten. De naam hotel Pierik werd omgezet in hotel Hof van Twente. Dat was een idee van Hans. In Amsterdam zegt de naam Hotel Pierik niks, de naam Hof van Twente wel.
’Hans kreeg kanker en overleed op 17 maart 2009 op 61-jarige leeftijd. De zaak wordt tegenwoordig gerund door de zonen Bastiaan en Laurens en Bastiaans vrouw Sylvia, maar ook dochter Helen en Laurens’ vrouw Renate werken in het bedrijf mee. ‘Ikzelf werk alleen nog achter de schermen’, zegt Rita. ‘Ik zorg voor de kleinkinderen. We doen het in onze zaak allemaal samen.’
Wat dat betreft is er dus weinig veranderd. Ook bij de Veehofs stak destijds iedereen een handje toe in drukke tijden.

Veehof in het begin van de twintigste eeuw. Links de zg Waterstaatskerk. De drie kinderen zijn vlnr Annie, Santje en Rika Brummelhuis. Daarnaast staat hun moeder Maria Brummelhuis-Deperink.

Een tragisch moment in de geschiedenis van het pand. Brand verwoest het café-restaurant gedeelte.

1985. De nieuwbouw van Hans en Rita Pierik is gereed.