Opa en kleinzoon Ter Huurne over hun boerderij

Opa Hendrik: Hij komt van een pachtboerderij. “Met 15, 16 koeien hadden we een groot bedrijf maar ik wilde eigen baas zijn. Dat kon op de boerderij van de tante van mijn vrouw, nadat haar oom was overleden. Het was een ouderwets boerderijtje. Als je het niet ziet zitten, kun je alle dagen terug komen, zei mijn vader. Ik wilde me niet laten kennen. D’ran, zeggen ze hier. Stapje voor stapje heb ik uitgebeid. Grond gekocht. Ik kwam van een grote boerderij en zoiets stond me voor ogen. Ik heb nooit een hypotheek genomen bij de Boerenleenbank (nu Rabo). Eerst moet je het zelf verdienen.
We hadden wel als een van de eersten in onze buurt een melkmachine, maar over een trekker prakkiseerde ik niet. Als ik wilde ploegen, haalde ik bij de buurman wel een tweede paard op. Je deed als buren en familie veel samen. Pas in 1970 heb ik een tweedehands trekker gekocht. Het werk deed je samen met je vrouw, anders kon het niet. Als ik op de deel met de koeien bezig was, voerde zij de varkens. Al op mijn 13e kwam ik thuis om te werken. In de winter:

Dan ging ik ’s avonds naar de landbouwwinterschool. Ik heb mijn hele leven veel gelezen. Alle bladen. De boerderij, Boer en Tuinder, Nieuwe Oogst, de krant die in het begin alleen op zaterdag kwam. Interessant. Alles heb ik van voor tot achter gelezen. En nog steeds. Toen ik las dat ze een wentelploeg hadden uitgevonden, leek me dat een geweldige oplossing. Daar had ik het met mijn vader over. Het leek hem ook wel wat. Korte tijd later hadden we zo’n moderne ploeg. Ik heb altijd in besturen gezeten, was aanvoerder bij het voetbal. Voor de jonge boeren en later de katholieke landbouworganisatie ABTB ben ik naar veel bijeenkomsten geweest. Daar leerde je veel. Ogen en oren goed open houden. Ik zou nu ook wel boer willen zijn. Als je terugkijkt was het een hele ontwikkeling. Vroeger was het niet mooier. Nu is het makkelijker én mooier. Het is heel hard gegaan, steeds vooruit. Dat moet blijven. Ik had nooit kunnen dromen dat ons bedrijf zo groot zou worden. Het is niet te groot, al moet je jezelf ook niet voorbij lopen. “

Kleinzoon Thijs:
“Een totaal andere wereld dan vroeger. Zonder lening van de bank hadden we bijvoorbeeld nooit zo kunnen investeren in een modern bedrijf. Wat ik mooi vind, is dat je een hoop leert van je vader en van je opa. Steeds meer voelsprieten uitsteken. Wat me aanspreekt is de stapsgewijze aanpak, probeer het niet met één grote stap. Loop jezelf niet voorbij. En net als opa lees ik veel om op de hoogte te blijven. Opa begon met een paar koetjes en een zeug, mijn vader had bij de overnamen 50 koeien en 180 zeugen en nu zitten we op 1.320 zeugen en 140 koeien op een bedrijf met twee ondernemers en 4,5 man personeel. Groter hoeft niet, we zijn groot genoeg om concurrerend te zijn.

Ik wilde eerst geen boer worden. Liever deed ik iets met sport: voetbal, tennis. Ik heb lang getwijfeld, maar achteraf geen spijt van mijn keuze. Het omgaan met dieren, het ondernemerschap, omgaan met personeel, het spreekt me allemaal aan. En sporten blijft een mooie hobby. We kijken nu naar andere vraagstukken. Imago, was vroeger nooit een punt, nu wel. Als boeren, klein en groot, moeten we eerlijk laten zien wat we aan het doen zijn en waarom. Vertellen, niet verdedigen. Werken aan een positieve uitstraling. Mede daarom hebben we zonnepanelen op de varkensstal gelegd. De koeien hadden we eerst binnen, maar sinds een paar jaar bewust buiten, zodat de inwoners van de woonwijk ze in de wei kunnen zien. Het is een must om draagvlak te creëren bij de ‘gewone’ burger. De rundveehouderij heeft een goed imago, maar moet oppassen dat ze niet dezelfde uitstraling krijgt als de intensieve veehouderij. Dat imago laat te wensen over. Daar moeten we veel aan doen. Laten zien dat we met innovaties bezig zijn, dat we goed zorgen voor de varkens, beter dan waar ook ter wereld, dat ons vlees veilig en gezond is. Als je geen liefde voor je dieren hebt, ben je over 10 jaar geen boer meer. Het is ook nodig om trots te blijven op onszelf als Nederlandse boeren.”

Dit prachtige artikel stond afgelopen week in Boerderij 100 jaar, een vakblad voor de boeren, en werd ons aangeleverd door de familie ter Huurne, waarvoor dank!
(bron: 100 jaar Boerderij)