Karen Eshuis ontmoet Haile Gebrselassie

Doorzetten in Addis Abeba

Iedere ochtend staat hij op, rond de klok van vijf uur. Hardloopkleding en schoenen aan, de bergen in.De heuvels aan de rand van Addis Abeba staan vol eucalyptusbomen. Hij ruikt ze, en ademt de ijle lucht in. Addis ligt hoog, de perfecte plek voor een duurloper.

Na zijn duurloop volgt het ontbijt, verruilt Haile Gebrselassie zijn trainingskleding voor een pak. De kledij van een zakenman. In zijn bescheiden kantoor stuurt hij 1500 mensen aan. Auto’s, koffie, de mijnindustrie; niets is hem te gek. ‘Don’t put all your eggs in one basket’, verzekert hij me.

Een wijze Ethiopische les. Maar als topsporter leren we in Nederland juist dat je moet ‘focussen’. Hoe kan je wereldrecords aan diggelen rennen en tegelijkertijd een zakenimperium opbouwen? ‘Als ik iets van Nederland heb geleerd’, antwoordt hij, ‘dan is het dat je moet doorzetten. In alles.’

Ik knik instemmend. Doorzetten, ja. Dat werd mij thuis ook ingefluisterd. Maar wat is doorzetten?

‘Ik heb nog nooit’, en hij kijkt me indringend aan, ‘een ontwikkeld land gezien, waar de kinderen in de regen op de fiets naar school gaan. Dat is doorzetten.’

Mijn gedachten dwalen af naar de weg tussen Hengevelde en Haaksbergen. Weer of geen weer, we fietsten. Een bus? Die was niet rendabel en dus reed er geen.

Ik kijk naar buiten, zie de bergen rondom Addis hier vanuit het kantoor op de achtste verdieping van Alem International. Ik fietste, weer of geen weer. Hij liep naar school, op blote voeten. Het verhaal gaat dat hij vanwege het klemmen van zijn schoolboeken nog altijd zijn rechterarm tegen zijn lijf gedrukt houdt als hij rent.

Doorzetten is doen wat gedaan moet worden. Op de fiets in Twente, of in de bergen van Addis. Iedere ochtend weer.

Bron: www.twentesport.nl